12 oktober 2020

Laat God je angst wegvagen

Vijftien jaar geleden zat ik in mijn vierde en laatste jaar van mijn bacheloropleiding. Ik was niet ver van huis gegaan na de middelbare school, slechts 45 minuten. Ik was geboren en getogen in een klein gebied van een kleine staat. Daar had ik alle 22 jaar van mijn leven tot nu toe geleefd. Maar nu stond er als laatstejaars een spannend en eng vooruitzicht aan de horizon: mijn moederland verlaten.

Het was mijn laatste herfst als student. Ik had het veld vernauwd tot vier opties voor een Master. Voor alle vier zou ik uren van huis moeten verhuizen, zo niet overzee. In zekere zin zou ik in mijn eentje erop uitgaan. Vanwege die stap voelde ik een ongewone angst.

Zou er een betere manier zijn om te vechten dan met de eigen woorden van God?

Ik worstelde met veel zorgen in dat laatste jaar van de universiteit. Met de grote kansen die voor me lagen en de bijbehorende opwinding daarover kwam er ook de angst voor het onbekende. Ik moest het immers niet verknallen. Ik moest geen verkeerde keuze maken. Ik moest mijn volwassenheid niet verkeerd beginnen. Mijn angst was geestelijk en emotioneel, niet medisch. Het werd nooit zo acuut dat ik professionele hulp zocht, maar het was wel een beproeving van mijn geloof. En het was een kans om te groeien en te leren. Ik moest mijn vreugde niet laten wegroven door mijn angst. In plaats daarvan moest ik een manier vinden om terug te vechten. Zou er een betere manier zijn om te vechten dan met de eigen woorden van God?

In die herfst vond ik drie duidelijke bijbelgedeelten waarin Jezus, Paulus en Petrus elk angst bestrijden. Ik drukte ze af op blauwe kaarten en plakte ze naast mijn bed. Ik herhaalde de teksten elke dag ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds laat. Het duurde niet lang voordat ik ze vloeiend uit mijn hoofd kon opzeggen. Ook vandaag de dag voel ik soms nog angst opkomen. Maar zelfs nu, vijftien jaar later, ga ik nog terug naar deze drie beproefde en ware teksten.

Mattheüs 6:25-34

Ik zeg u: Wees niet bezorgd over uw leven,’ zegt Jezus, ‘over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? (Mattheüs 6:25)

Hij weet dat je eten, drinken en kleding nodig hebt, en Hij geeft erom – om zulke basisdingen! Maak je geen zorgen over waar je volgende maaltijd vandaan komt, of hoe je je lichaam gaat kleden. Dat maakt dan ook je huidige zorgen betrekkelijk. ‘Als wij voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn’ (1 Timotheüs 6:8). Jezus sprak met mannen en vrouwen die zich zorgen maakten over voedsel en kleding. Misschien hoeven wij ons daar geen zorgen over te maken. Dan is dankbaarheid daarvoor een grote eerste stap in de strijd.

Hoor Jezus, de Heere der Heren, Die tot u zegt: ‘Wees niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven’ (Mattheüs 10:31). Zijn woorden zijn krachtig omdat ze zo praktisch en duidelijk zijn. Soms hebben we Jezus nodig om de waan van de angst weg te blazen. Bijvoorbeeld met een eenvoudige retorische vraag als deze: ‘Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen?’ (Mattheüs 6:27). Met andere woorden, je bezorgdheid zal je niets opleveren. Bezorgdheid over je leven helpt je leven niet. In feite vergiftigt het je. Het berooft je van je vreugde. Het trekt je leven naar beneden. ‘Richt je tot Mij’, zegt Hij. ‘Leg je lasten op Mijn brede schouders en Mijn sterke rug.’

Geestelijke angst is een geloofskwestie: ‘…, kleingelovigen’ (Mattheüs 6:30). En door op te roepen tot geloof zegt Jezus niet tegen ons dat we onze eigen kracht moeten opbrengen. Maar we moeten juist onze eigen zwakheid en onvermogen erkennen en opnieuw leunen op Zijn macht en sterkte. ‘Uw hemelse Vader weet het’ (Mattheüs 6:32). De wereld zoekt slechts naar dingen. Maar in Christus zijn we vrijgemaakt om naar God te zoeken. En om Hem te vertrouwen voor wat Hij geeft en wanneer (Mattheüs 6:32-33).

Filippenzen 4:6-7

We zouden kunnen denken dat het gevecht tegen angst en bezorgdheid alleen betrekking heeft op de basisdingen van voedsel en kleding. Maar maakt Paulus uitdrukkelijk een algemene toepassing met ‘geen ding’ en ‘alles’:

Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. (Filippenzen 4:6-7)

Het is niet genoeg om onszelf af te leiden. Om te proberen onze bezorgde hoofden elders te keren en onze problemen, onzekerheden en angsten te vergeten. We moeten veeleer naar God toe gaan. ‘Laat uw verlangens … bekend worden bij God.’ En als we naar Hem toe gaan, gaan dankbaar gebed en innerlijke vrede hand in hand. Dit is een belofte aan hen die naar God toe gaan met hun angsten: ‘De vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.’

Als we naar God toe gaan, gaan dankbaar gebed en innerlijke vrede hand in hand.

Vechten tegen angst, en in geestelijke en emotionele vrede komen, betekent niet dat al onze vragen beantwoord worden. God geeft vrede boven verstand. Zijn vrede overstijgt een gemakkelijke uitleg, en zelfs onze meest hoge verwachting. Hij geeft een vrede die ‘alle begrip te boven gaat’, die we niet kunnen begrijpen op aardse wijze.

1 Petrus 5:6-7

Mattheüs 6 legde een enorme basis voor mij en Filippenzen 4 herinnerde mij aan de onmisbare plaats van het gebed. Maar het was 1 Petrus 5:6-7 die het vaakst leek te barsten van de meest verfrissende genade.

Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:6-7)

‘Verneder u’ is een herinnering aan het feit dat onze angsten vaak toenemen met onze trots en ons gevoel van zelfredzaamheid. Als we God uit het oog verliezen, neemt onze nederigheid af. Het is een tijdloze oproep aan de bezorgde: verneder jezelf. Je kunt dit niet controleren. Je angst neemt toe met een grotere verwachting van jezelf en een verminderd zicht op God.

Dan die zin ‘op Zijn tijd’. Oh, wat een helderheid en hoop heb ik in deze woorden gevonden. Helderheid in de zin dat mijn gevoel voor timing vaak niet Gods perfecte gevoel voor timing is. Hij kent al mijn behoeften (Mattheüs 6:32) en heeft ‘Zijn tijd’. Daarom zou ik niet haastig moeten oordelen als mijn gebeden, ingegeven door mijn zorgen, niet onmiddellijk verhoord worden op de manier die ik zou willen. Mijn lasten op Hem leggen betekent niet dat Hij me meteen geeft wat ik wil. Maar Hij geeft mij geloof, dat me bereid maakt om geduldig te wachten op Zijn perfecte timing. En niet alleen helderheid, maar ook hoop – want ‘Zijn tijd’ komt vaak plotseling en onverwacht. Hij bevrijdt me van de last van het ceremoniemeester zijn van mijn eigen leven. Ik hoef niet op de klok te letten, maar ik vertrouw op de Heer van de tijd.

De vier meest angst-verdrijvende woorden voor mijn ziel in de loop der jaren komen aan het eind van 1 Petrus 5:7: ‘Hij zorgt voor u.’ Christus werd mens, gaf Zichzelf als offer voor jou, stond op van de doden in kracht, werd gekroond als Koning der koningen aan de rechterhand van Zijn Vader, zond Zijn Geest – het getuigt allemaal van het feit dat ‘Hij voor je zorgt’. De Vader toont hierin Zijn liefde en zorg voor jou: dat Christus voor jou is gestorven toen je nog een zondaar was (Romeinen 5:8). De Vader heeft Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar heeft Hem voor je overgegeven – hoe zal Hij je niet genadig alles geven wat je nodig hebt, in Zijn volmaakte tijd?

Hij zorgt voor mij. Angst, verdwijn.

Zoete bevelen

Terugkijkend is het opmerkelijk welke troost God in dat anders zo schrijnende laatste jaar door Zijn Geest heeft gegeven door bepaalde beloften in Zijn woord. Ook vandaag de dag ga ik geregeld terug naar Mattheüs 6, of Filippenzen 4, of 1 Petrus 5. En steeds proef ik weer de genadige troost die God in die dagen in mijn bezorgde hart heeft gegeven.

Vorige week nog ging ik weer naar Mattheüs 6:25-34. En de woorden van Jezus vielen net zo aangenaam over me heen als elk ander gebod heeft gedaan. ‘Ik zeg u: Wees niet bezorgd over uw leven.’ Dat is een bevel: ‘Wees niet bezorgd.’ Moderne mensen kunnen zo snel schuren aan bevelen. Toch overspoelen de beloften van Christus door de jaren heen het zoete bevel met de sterke en zachtmoedige toon van Jezus’ stem en medeleven. De hemelse Vader kent al jouw behoeften. Hij staat klaar om ze te vervullen boven wat je kunt vragen, of denken, of zich voorstellen. Allemaal op Zijn perfecte tijd.

Meer toerusting