2 maart 2018

Het grootste deel van het leven betekent wachten

Ik wilde wel dat iemand me het had verteld.

Als ik nu terugkijk, wilde ik wel dat een oudere dame naast me was komen zitten en me had gezegd: ‘Het grootste deel van het leven betekent wachten, Jani. Leer te wachten met verwachting, niet vol angst.’

Weet je, ik ben opgegroeid terwijl ik geloofde in een leugen – een leugen die ik met me mee droeg richting volwassenheid. Ik geloofde dat geluk het mijne zou zijn als mijn dromen eindelijk zouden uitkomen. En daarom werkte ik hard – heel hard – om alles om me heen te verzamelen waar mijn hart naar verlangde.

De tirannie van angst

Maar toen ik merkte dat ik sommige verlangens realiseerde, kreeg ik de angst dat ik het weer zou verliezen. Wat een harde supervisor was dat! Het verstrikte me in een web vol twijfel en gerichtheid op mezelf en het beroofde me van mijn vreugde.

Waar was ik niet bang voor? Er valt weinig te noemen.

Ik vreesde de kwetsbaarheid van het huwelijk en ik vreesde de eenzame pijn van ongehuwd zijn. Ik vreesde de druk die komt met succes, en ik vreesde de schande van het mislukken. Ik vreesde onvruchtbaarheid en ik vreesde zwangerschap. Ik vreesde de verantwoordelijkheid om kinderen groot te brengen, en ik vreesde de leegte van een kinderloos huis. Ik vreesde de stress om buiten mijn huis te werken, en ik vreesde de isolatie om fulltime thuis te blijven. Ik was bang onvolwassen te zijn en ik vreesde oud te worden. Waar was ik niet bang voor? Er valt weinig te noemen.

Ik haatte het om zo bang te zijn. Ik had een hekel aan wat die angsten bij mij en degenen die ik liefhad deden. Ik probeerde ze te beredeneren en te overtreffen, wat me alleen maar leidde tot het angstaanjagende, flitsend, soort van neon-achtige teken dat nu eindelijk de aandacht van me had: ‘Jani, jij hebt geen controle. En dat zal je nooit hebben ook.’

Ik zag dat ik meer vrees voor mijn omstandigheden had dan voor God.

Ik zag dat ik meer vrees voor mijn omstandigheden had dan voor God. Ik was de realiteit uit het oog verloren dat zowel beproevingen als triomfen deel uitmaken van het goede verhaal dat God door mij heen schrijft. Ik heb de waarheid niet gewaardeerd dat Hij evenveel met ons is in onze lach als onze tranen, in onze vieringen als in ons lijden.

Soms lijkt het leven erg somber en oneerlijk hard. Dat lijkt zo, omdat het zo is. We wachten tot die speciale man een afspraak maakt voor een date, of om die droombaan te bemachtigen, of voor de uitslagen van het laboratorium die ons verlangde “alles is goed” bevestigen. En het is moeilijk om in hoop te blijven wachten, omdat, ‘Wat als . . . ?’

De remedie voor onze angsten

Wat kan onze angsten kalmeren? De remedie tegen angst is niet het jezelf terugtrekken, of meer zelfbeheersing, of zelfs meer moed aanwakkeren. De remedie voor onze angsten is hoop – hoop in een God Die meer is dan een match voor alles waar we aan deze kant van de hemel voor vrezen, een God Die belooft dat Zijn aanwezigheid nabij en echt is:

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij. (Psalm 23:4)

Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt. (Jesaja 41:10)

Echte hoop is een Persoon

Houd je angsten losjes vast. Breng ze bij God en bied ze Hem aan met open handen, en vraag Hem om je angsten te vervangen voor hoop. Laat je angsten los en houd hem vast. Als we onze angsten met hem verlaten, zal Hij ons kalmeren door Zijn liefde (Zefanja 3:17), en ons helpen onszelf af te vragen: ‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.’ (Psalm 43: 5)

Zowel beproevingen als triomfen maken deel van het goede verhaal dat God door mij heen schrijft.

En hoe ziet die hoop er dan uit? Het lijkt net zo bevredigend en veilig als God zelf, omdat echte hoop een Persoon is. Paulus vertelt ons in Romeinen 15:13: ‘De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest.’ Wanneer we vasthouden aan de God van de hoop, wat we dan hebben is geen psychologische vooruitgang, maar God zelf als onze bondgenoot voor elke twijfel en gevaar.

Hoe houd je God vast? Nou, je moet dicht bij Hem komen. Je moet Hem beter leren kennen. En hoe leer je God beter kennen? Op dezelfde manier als je iemand anders leert kennen: door samen tijd door te brengen. Wat me het meest helpt om de God van de hoop beter te leren kennen is door tijd met Hem door te brengen – bewust en consequent Hem ontmoeten op de pagina’s van de Bijbel. Sinds de Bijbelse tijden is er veel veranderd in de wereld. Maar God is niet veranderd. De God van hoop die we op de bladzijden van de Bijbel zien, is de God die we ontmoeten.

Hoop is een keuze

Hoop is een keuze. Wat bepaalt die keuze, wat geeft het smaak, wat voedt het? Door dagelijks onze Bijbels te openen en te mediteren over de God van hoop. Mijn schoonmoeder, Anne Ortlund, leerde me een Schriftgedeelte te nemen en tijdens het lezen dezelfde twee vragen te stellen die Saulus tijdens zijn eerste ontmoeting met Christus stelde: ‘Wie bent u, Heere?’ En ‘Wat zal ik doen, Heere?’ (Handelingen 22: 8 en 10). Elke vrouw met een open Bijbel kan God daar vinden en sterker worden in hoop door deze twee vragen te stellen.

Laten we vrouwen zijn die verblijven in Gods goedheid. Laten we genieten van Zijn wijze zorg voor elk miniem detail in Zijn universum. Laten we al die eisen met het oog op ons geluk, al die dromen waar we niet zonder kunnen, met open handen voor onze Koning houden. Laten we voor hoop kiezen. Dan zullen we met David kunnen zeggen: ‘En nu, wat verwacht ik, Heere? Mijn hoop, die is op U!’ (Psalm 39:7)

Meer toerusting