In deze aflevering duiken we verder het verhaal van Jona in. Jona is op de vlucht voor God, maar God laat hem niet zomaar gaan. ‘Maar de Heere wierp een hevige wind op de zee’ – zo begint het keerpunt in dit verhaal. Die storm is geen toeval: het is Gods werk, doelbewust en liefdevol ingezet. God slingert de storm als het ware op Jona’s pad, een genadige confrontatie.
Leander laat zien hoe dit zinnetje diepe waarheid bevat: God is soeverein. Hij bestuurt stormen, ziekte, voorspoed en tegenspoed. Alles ligt in Zijn hand. Dat is een ongemakkelijke gedachte in onze tijd, waar we liever een zachte God zien die niets met het kwaad te maken heeft. Maar de Bijbel maakt duidelijk: ‘De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen.’ God staat niet machteloos aan de zijlijn, maar is met alles verweven – ook met onze pijn.
Deze storm brengt Jona terug naar Gods hart. En zo gebruikt God nog steeds stormen in ons leven: niet om ons kapot te maken, maar om ons terug te brengen bij Hem. ‘Misschien zie je pas achteraf: God heeft iets van mij afgenomen, om me iets veel heerlijkers te geven.’ Zo groot is Zijn goedheid.