27 november 2020

Aan de kassa van Gods recht

Zwarte vrijdag: aan die naam is niets gelogen. Toen ik me vorig jaar op een vrijdag noodgedwongen een paar uur in het Amsterdamse centrum bevond, begreep ik ineens de naam. Het zag zwart van de mensen. Een kudde kopers stroomde winkels in en uit. Men vormde lange rijen voor paskamers en kassa’s. Winkelalarmen gaven een eindeloos concert. Tafels leden onder het gewicht van enorme hopen aan kleding, waarin geen enkele structuur meer te herkennen was. Zwarte vrijdag, Black Friday.

Het Gouden Kalf van de 21e eeuw

In Amerika is het nog erger. Miljoenen Amerikanen gaan op koopjesjacht en verdringen elkaar bij de ingangen van de winkels. Televisies, kleding, mobiele telefoons en laptops behoren allemaal tot hun prooi. Massaal, zo hoorde ik een Amerikaan zeggen, knielt men ‘before the gods of retail, sacrificing everything.’ Omdat ik zelf ook het een en ander besteld heb vandaag, klaagde deze zin mij aan. Heb ik met mijn materialistische instelling wellicht meegebouwd aan het Gouden Kalf van de 21e eeuw? Als dat zo is, begrijp ik de naam ‘zwarte vrijdag’ nog beter. En dan begrijp ik ook de titel van een video die voorbijflitste op internet: ‘Who Will Save Us From Black Friday?’

Zwarte vrijdag: aan die naam zou niets gelogen zijn. Drie mensen werden de marteldood ingejaagd. Zij waren veroordeeld tot het kruis. En ter ere van hun peilloze lijden zag het zwart van de mensen op Golgotha. Plotseling kreeg deze dag een nog zwartere rand. De toorn van God verjoeg al het licht dat in de wereld te vinden was. Drie uur hing er een dikke, zwarte duisternis over de aarde. Zwarte vrijdag. Zwart vanwege onze schuld. Zwart vanwege ons ongeloof. Zwart vanwege de toorn van God die in alle hevigheid werd voltrokken aan één Persoon. Zwarte vrijdag: aan die naam zou niets gelogen zijn.

En toch. Toch kreeg deze dag een andere naam. Geen ‘Zwarte Vrijdag’, maar ‘Goede Vrijdag’. De vraag was niet ‘Who Will Save Us From Black Friday?’ maar ‘Who Will Save Us On Black Friday?’ En het antwoord op die vraag werd in drie talen gegeven, boven het hoofd van de Redder der wereld: ‘Dit is Jezus, de Koning van de Joden.’ Hij boog het hoofd ‘before the God of heaven and earth’, inderdaad, ‘sacrificing everything’. Hij hing daar om te betalen. En datgene waar Hij naar ‘joeg’ was bepaald geen koopje. Hij kocht volkomen vergeving voor al onze zonden. Hij kocht een zalige relatie tussen God en zondaren. Voor de volle prijs.

Elke dag Black Friday

O beste lezer, luister goed: sinds die dag dat Hij daar hing, is het elke dag Black Friday bij God. Elke dag biedt deze God je zo’n ongelooflijke korting aan. Komt dat zien: Genade! Vrede! Hoop! Vergeving! Troost! Liefde! Geborgenheid!

Inderdaad, ooit was dat onbetaalbaar. Maar toen ik aan de Kassa van Gods recht mijn lege portemonnee wilde opbiechten, opende Hij Zijn armen, omhelsde Hij mij en riep Hij het me toe: ‘Geen 70 procent korting, maar 100 procent korting! Alles is betaald!’

En sindsdien weet ik het zeker: Als ik ooit deze tijdelijke winkel, die Aarde heet, verlaten moet, dan zullen er geen alarmen gaan piepen. Ik kan de winkel onschuldig verlaten. ‘Bedankt en tot ziens!’ zal ik de Eigenaar vrijmoedig toespreken. Alle gouden kalveren van deze wereld zal ik zonder weemoed achterlaten. Het meest waardevolle heb ik, door geloof, immers tot in eeuwigheid in mijn bezit: Jezus Christus. Wat een Naam!

Meer toerusting