In Johannes 1:35-42 wijst Johannes de Doper op het Lam van God. Johannes Strackius (1553-1612) dringt erop aan dat we dit Lam in ons hart moeten prenten. Dan zal dit Lam ons bemoedigen en troosten bij ons sterven.
Johannes de Doper roept uit: ‘Zie, het Lam van God!’ (Johannes 1:29, 36). Wat een heerlijke en bijzondere woorden. Wat zit daar ongelooflijk veel troost in voor alle bedroefde harten: Christus is het enige Lam van God, dat de zonde van de hele wereld wegneemt. Daaraan mogen we niet twijfelen.
Het is echt zaak dat we deze troost diep in ons hart prenten. Als we dat doen, zijn we krachtig en machtig om in het uur van onze dood tegen de zonde, de toorn van God, ons geweten en ook tegen de duivel te strijden. Dan belijden we het met onze mond en geloven we het vast met ons hart dat Christus Jezus het Lam van God is, dat de zonde van de hele wereld wegneemt.
Paulus dacht aan deze woorden toen hij uitriep: ‘Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is’! (Romeinen 8:33-34). Ook Johannes schrijft: ‘Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld’ (1 Johannes 2:2).
Bij hun afscheid van deze wereld hebben veel christenen troost gevonden in deze heerlijke woorden. Ze werden erdoor bemoedigd en zo konden ze gerust en vrijmoedig sterven.
Johannes Strackius was gereformeerd predikant aan het hof van landgraaf Willem IV van Hessen-Kassel.
Uit: Johannes Strackius, De sanctis martyribus (Amsterdam 1617), 3r. – Hertaling: Kees de Wildt