26 mei 2018

Mogen we God bidden of Hij onze vijanden wil straffen?

De maanden juni en juli (2015) zijn vreemde en hartverscheurende maanden geweest voor christenen in Amerika. Op 17 juni vermoordde Dylan Roof negen mensen die bijeengekomen waren voor gebed in de Emanuel African Methodist Episcopal Church in Charleston, in de staat South Carolina. Op 26 juni legaliseerde het hooggerechtshof nationaal het homohuwelijk. Tot slot werd op 14 juli een (geheim opgenomen) verontrustend filmpje vrijgegeven: een directeur van Planned Parenthood (een pro-abortus organisatie) gaf daarin toe dat er weefsel en organen van geaborteerde baby’s worden verhandeld. Een tweede video is inmiddels verschenen en waarschijnlijk zullen meer video’s volgen.

Ondanks deze ontwikkelingen zouden we geen paniek of angst moeten zaaien. Jezus heeft beloofd dat de poorten van de hel Zijn kerk niet zullen overweldigen (Mattheüs 16:18). Ook moeten we de situatie van de Amerikaanse kerk niet overdrijven, alsof het lijden hiervan net zo erg is als elders onder Boko Haram, ISIS of Kim Jong-un. Het lijkt slecht te gaan in Amerika, maar het kan nog slechter.

En toch kunnen we niet ontkennen dat de Amerikaanse kerk tegenstand ondervindt, tegenstand die in de toekomst zeker toe zou kunnen nemen. Als we bedenken hoe we bijbels kunnen reageren, zouden we er goed aan doen om één van de bronnen te gebruiken die God ons gegeven heeft. Ze zijn er voor heerlijke veerkracht: de Psalmen die zingen over oordeel.

Zing een lied van oordeel

Soms worden deze psalmen van het oordeel ‘wraakpsalmen’ genoemd. Het kenmerk van deze psalmen is dat God aangeroepen wordt om de vijanden van Zijn volk te straffen. Een voorbeeld is Psalm 69. David bidt daar tegen degenen die hem haten zonder reden (Psalm 69:5). Hij roept tot God: ‘Laat hun tafel voor hen tot een strik worden en voor hun gasten tot een val. Laat hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien; doe hun heupen voortdurend wankelen. Stort over hen Uw gramschap uit, laat Uw brandende toorn hen treffen’ (Psalm 69:23-25).

Omdat wij geloven dat de Bijbel gezag heeft en foutloos is, bekritiseren we David waarschijnlijk niet voor het bidden zoals hij dat deed in deze passage. Echter, de situatie wordt bedenkelijker als we proberen de woorden van David toe te passen op onze eigen ervaring. Kunnen wij bidden zoals David dat deed? Kunnen wij aan God vragen of Hij Zijn gramschap over onze tegenstanders uit wil storten? Wordt van ons niet verwacht dat wij onze vijanden lief hebben en dat we bidden voor hen die ons beledigen en vervolgen (Mattheüs 5:44)? Stel dat een lesbisch stel ons aanklaagt omdat we geen cake willen bakken voor hun receptie. Wat zouden we dan moeten doen? Zouden we onze andere wang niet naar hun toe moeten keren in plaats van God vragen of Hij hun heupen voortdurend wil doen laten wankelen?

Zeker, we zouden onze vijanden lief moeten hebben. En zeker, we zouden onze andere wang hen toe moeten keren (zelfs als we pleiten voor rechtvaardigheid in de rechtsorde, zie Handelingen 22:25-29). En we moeten ook onze mantel verkopen, die extra kilometer lopen en goed teruggeven voor kwaad. Juist om die reden hebben we de wraakpsalmen nodig.

Heb je vijanden lief en bid om oordeel

In Romeinen 12 waarschuwt Paulus zijn lezers voor het nemen van wraak. ‘Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen’ (Romeinen 12:17). In vers 19 schrijft hij opnieuw: ‘Wreek uzelf niet, geliefden’. Maar let dan vooral op de motivatie die Paulus geeft voor deze vorm van bovenmenselijke liefde: ‘Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, de Heere’ (Romeinen 12:19).

We kunnen goed doen tegen onze vijanden, omdat we weten dat God ooit hun kwaad naar henzelf zal keren. We moeten hierbij in gedachten houden dat Gods oordeel de oproep om lief te hebben niet ondermijnt. Ook het actief bidden om oordeel, helemaal als we er een gewoonte van maken en de wraakpsalmen integreren in ons gebed, doet dat niet. De oproep om lief te hebben blijft overeind.

In welke situaties zijn de wraakpsalmen dan wel passend? Deze vraag roept een heleboel problemen op, meer dan dat we er hier kunnen bespreken. We kunnen richting een antwoord werken als we bedenken wie onze vijanden zijn en wie niet.

Wie zijn onze vijanden?

We zouden de wraakpsalmen niet lukraak moeten bidden. Ze zijn niet bedoeld voor mensen die voordringen in het verkeer, die eten met hun mond open, die midden in de nacht vuurwerk afsteken in de straat (ik heb me bij laatstgenoemde een keer moeten inhouden).

Ook vind ik dat de wraakpsalmen niet bedoeld zijn voor ongelovigen in het algemeen. Hoewel het waar is dat het leven zonder God vijandig staat ten opzichte van het leven met God (Romeinen 5:10, Romeinen 8:7-8), zijn – in dit geval – niet alle ongelovigen vijanden van kinderen van God. Laat me dit uitleggen.

Omdat we het risico lopen het vraagstuk te veel te versimpelen, zullen we de mensheid indelen in vier groepen. (1) Vrienden binnen de kerk, (2) vijanden binnen de kerk, (3) vrienden buiten de kerk en (4) vijanden buiten de kerk. Het helpt naar mijn mening om hiertussen onderscheid te maken. We kunnen dan een beslissing nemen wanneer het passend is om de wraakpsalmen te bidden.

Vrienden binnen de kerk zijn mensen als Markus, beschreven in 2 Timotheüs 4:11. Het zijn ware gelovigen en ze ondersteunen het werk van evangelieverspreiding. Ik wil ook de gelovigen die nors overkomen en die de vruchtbare evangeliebediening in de weg staan, maar desondanks het evangelie trouw verkondigen (voor uitleg zie Filippenzen 1:15-18), bij deze groep insluiten.

Vijanden binnen de kerk zijn mensen die zeggen dat ze Jezus volgen, maar Hem verloochenen door een onbijbelse leer aan te hangen. Paulus neemt dit soort vijanden in gedachten als hij zegt ‘Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zijn vervloekt’ (Galaten 1:9). In deze context zou ik willen zeggen dat mensen die zeggen christen te zijn, maar homoseksuele praktijken (en andere vormen van seksuele zonden) verdedigen, als vijanden binnen de kerk gezien zouden moeten worden.

Vrienden buiten de kerk zijn ongelovigen die bij sommige zaken hetzelfde denken als de kerk. De tribuun in Jeruzalem was zo’n vriend voor Paulus. Hoewel we vanuit de Bijbel niet weten of hij geloofde, beschermde de tribuun Paulus toch voor de samenzwering van de Joden. Zo gaf hij Paulus een veilige doorreis naar Felix (Handelingen 23:16-30). Ik zou vandaag de dag organisaties als Pro-Life als ‘vrienden buiten de kerk’ beschouwen.

Tot slot is er nog de groep ‘vijanden buiten de kerk’. Dit zijn ongelovigen die zowel het bestaan van God ontkennen, als open vijandigheid tonen ten opzichte van Gods kinderen en hun boodschap. Herodias was zo’n vijand, door een plan te beramen waardoor Johannes de Doper zou sterven. Ze deed dat omdat hij haar huwelijk met Herodes afkeurde (Markus 6:14-29). Vandaag de dag is Planned Parenthood een organisatie die zich al lange tijd als een vijand buiten de kerk heeft gemanifesteerd.

Bid met de Bijbel

Om de overtuigingskracht te waarborgen, hebben deze categorieën wat meer nuance nodig. In de categorie ‘vijanden buiten de kerk’ zijn bijvoorbeeld niveaus te onderscheiden als het gaat om vijandschap. Herodias was duidelijker een vijand van Johannes de Doper dan dat Herodes dat was. Herodes had Johannes gevangengenomen en gaf het bevel hem te onthoofden, maar Markus vertelt ons dat Herodes bevreesd was voor Johannes en hem zolang beschermde als mogelijk was (Markus 6:20).

De categorieën geven daarom maar een beperkt beeld. Echter laten ze de noodzaak zien om een duidelijk onderscheid te maken in ons gebed. De wraakpsalmen zouden alleen toegepast moeten worden in situaties waarbij de categorieën ‘vijanden in de kerk’ en ‘vijanden buiten de kerk’ daarbij betrokken zijn. Het doel van deze gebeden is dat God Zijn naam hoog zal houden, door zijn dienaren te behouden en bij het uitbreiden van Zijn Evangelie tot aan het einde van de aarde.

Uiteraard hebben we wijsheid nodig in het bidden van de wraakpsalmen. Het is heel een complex onderwerp. Maar laat de complexe delen ons niet weerhouden om de goede strijd te strijden. Laten we de wraakpsalmen bidden, zodat we God om hulp vragen. David zegt over God: ‘Hij oefent mijn handen voor de strijd en leert mijn armen een bronzen boog spannen’ (Psalm 18:35). De wraakpsalmeen zijn zoals zoveel bronzen bogen: machtige wapens, maar moeilijk in het gebruik. Maar laat ze niet onbeproefd. Vraag in plaats daarvan God voor hemelse vaardigheden. Hij geeft het je graag.

Meer toerusting