5 november 2018

Trommelend en timmerend

Ze vinden me te druk. Als er gezongen wordt in huis, ben ik het. En alle voorwerpen die geschikt zijn om betrommeld of betimmerd te worden, worden door mij benut. Een drumstel is nog steeds een droom van me, die ik vanwege de ruimte, de kosten, maar vooral vanwege de medemens nog steeds niet heb aangeschaft.

Herrie

Ik kan zo het een en ander aan commentaar voor je oplepelen:

‘Get Gerco! Wat maak jij een herrie!’ bromt mijn vader dan, niet wetend dat ik zo nu en dan door mijn moeder opgehitst wordt om het één en ander aan herrie te produceren.

Of: ‘Alles is ‘halleluja, prijs de Heer’!’, maar iets moet écht zijn. Is het wel doorleefd?’ Ja, die staat ook in de FAQ.

Wat de gemiddelde christen ‘praise and worship’ noemt, krijgt van vader de titel ‘titai-muziek’. Ma vindt de muziek die ik luister en zing te heftig geworden. Mijn broer ontvlucht alle plekken, waar ik welke muziek dan ook ten gehore breng. En mijn zusje snauwt me zo nu en dan toe dat ze me spuugzat is.

In getallen: 75 procent van het huishouden snoert me liever de mond. 25 procent wijst me ononderbroken op de schatten uit de Psalmen: ‘Uw licht doet klaarder dan de zon ons ’t heug’lijk licht aanschouwen!’ Prachtig!

Inderdaad! Prachtig. Net zo mooi als Opwekking 733. En net zo mooi als een nummer van Casting Crowns of Sela. Mijn database omvat méér dan 150 nummers. ‘Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere!’

God ziet het hart

Ik kan genieten van Psalmen. Er zijn er genoeg, die ik prachtig vind. Maar als het over het lomm’rig woud gaat (Psalm 104:8), krab ik even achter mijn oren. En als het gevreesd geweld gefnuikt moet worden (Psalm 35:1), dan zing ik net zo lief ‘You are my sword and shield, though troubles linger still!’

Maar als we de discussie voor de zoveelste keer aangaan, komen we altijd op hetzelfde punt uit. Dan geef ik aan mijn vader toe dat sommige liederen te simpel zijn. Weinig inhoud. En dat we ze soms te makkelijk zingen. Zo’n eentje als: ‘Jezus, alles geef ik U, wat ik ben en heb en wat ik ooit zal zijn.’ Immers, brengen we het in de praktijk?

M’n vader begraaft de strijdbijl altijd met de woorden: ‘God ziet het hart aan.’

Inderdaad. Hij ziet ons hart als we ‘Christ is enough’ zingen. Maar ook als we met Psalm 42 belijden dat de Heere uitkomst zal geven.

En eens, wat een wonder, eens zingen we allemaal hetzelfde lied! Dan ‘…smelten onze stemmen samen in een hemels lofgezang voor onze Koning, Heerser van ’t heelal.’

Pa, speciaal voor u zal ik deze column maar niet besluiten met bovengenoemd Sela-lied. Speciaal voor u spreek ik mijn wens uit, dat voor úw Psalmen en mijn ‘titai-liederen’ datzelfde zinnetje gelden mag:

‘De wereld hoor’, en volg’ mijn zangen, met Amen, Amen na!’

Meer toerusting