7 augustus 2019

Iedereen moet theologie studeren?!

Al een paar weken hebben we een schilder door het huis lopen, je raadt al wat hij doet. Hij schildert. Hij schildert de deuren, de posten, de kozijnen. De geur van de verf is door het hele huis te ruiken. Soms klinkt er trouwens ook een vrolijk gefluit door het huis. Een opwekkingsnummer, een psalm. Vorige week zei hij iets krachtigs: ‘Ik schilder voor de Heere.’

Ketjing. Spijker op z’n kop. De wereld op z’n kop.

Ik krijg vaak te horen dat ik een erg mooie studie (GPW) doe en dat beaam ik. Ook hoor ik vaak mensen zeggen: ‘Ik zou zo’n studie ook wel willen doen.’ En dat is mooi om te horen. Toch krijg ik vaak het gevoel dat mensen hun studie of werk minder vinden dan een studie theologie. Gewoon, omdat de naam ‘God’ (theo) nou eenmaal niet voorkomt in de naam van hun beroep: tandartsassistente, pedagogiek, social work, verpleegkunde, wiskundedocent, agrotechnologie, algemene cultuurwetenschappen, bestuurskunde, accountancy, Ccmmunicatie, ICT, fiscaal recht, criminologie, culturele antropologie en ontwikkelingssociologie, journalistiek en detailhandel.

‘Ik spit in mijn tuin voor God, en dan weet ik dat Hij het ziet, en ik doe het voor Hem.’

Natuurlijk, het is een feit dat daar geen godsdienstig woord in te vinden is en dat God dus vast wat minder of misschien helemaal niet expliciet voorkomt tijdens je lessen of in het uitvoeren van je werk. Maar is het echt zo dat je dan minder aan Gods koninkrijk zou kunnen bouwen? En is het echt zo dat je studie of werk dan minder mooi is?

Ik sprak pas iemand die in al haar eenvoud en liefde zei: ‘Ik spit in mijn tuin voor God, en dan weet ik dat Hij het ziet, en ik doe het voor Hem.’

Mensen, die eenvoud! Daar hoef je niet drie theologische boeken per week voor te hebben gelezen, maar daar heb je alleen een hart voor nodig dat van Jezus houdt en een hart dat zegt: ‘Wat ik ook doe, ik doe het voor U!’

Een leraar sprak ons als GPW-studenten eens goed toe: ‘Jullie denken dat jullie opleiding het belangrijkst is omdat het erg expliciet met God te maken heeft? Nou, nee hoor. Als je bidt ‘Laat Uw koninkrijk komen’, dan doet God dat echt niet alleen maar door theologiestudenten. Het brood op je bord komt echt niet door jouw graanmachine en zorg voor het graan op het land.’ Zo ging hij nog even door met voorbeelden waarin Gods koninkrijk komt, zonder studie theologie.

Mijn ogen gingen open. Iedereen, elke christen, heeft een aandeel in het gebed: ‘Laat Uw koninkrijk komen.’ Niet alleen maar de mensen die theologie studeren.

In jouw kleine stukje werk, studie en leven, heb je een genadestukje gekregen.

Het gaat erom dat als je jouw handen in de aarde laat wroeten in de kas, je je vingers hoort tikken op de computer om dingen vast te leggen voor je opdrachtgever, de kinderen in je klas onderwijs geeft, de koeien melkt, de mensen in het ziekenhuis drinken geeft, nadenkt over cijfers en getallen, de was van je kinderen opvouwt, het station schoonhoudt, het vuil ophaalt, staat voor een groep jongeren en praat over Jezus, een tuin ontwerpt, het brood smeert voor de koning, de kassa bij de Albert Heijn laat bliepen, of op een preekstoel staat om het Woord uit te leggen, je het met mijn schilder mee zegt: ‘Ik doe het voor de Heere.’

Want in jouw kleine stukje werk, studie en leven, heb je een genadestukje gekregen. Om te sproeien en te planten, met je talenten. Door wat van Gods goedheid achter te laten, Zijn wil te doen. Trouw te doen wat Hij je geeft om te doen, om zo Zijn Koninkrijk zichtbaar te maken. En doe het, alsjeblieft, tot eer van je Schepper. ‘Laat Uw koninkrijk komen.’ Dat staat niet altijd gelijk aan ‘over God praten’, maar gaat wel altijd over ‘je werk doen’. Niet tot eer van jezelf, want die talenten heb je niet van jezelf, je hebt ze van Boven gekregen.

Dus als je van je werk en studie houdt: blijf vooral daar waar je bent en bouw op die plek mee aan het Koninkrijk dat geen grenzen kent. Voel je daarom niet schuldig als je mogelijk niet iedere minuut van de dag over God kunt praten. Welke kansen je ook wel of niet hebt om te spreken over God, weet je op plekken door Hem geroepen. Geroepen als christen, om in jouw omgeving, door Zijn genadige en praktische leefregels Zijn koninkrijk zichtbaar te maken.

Of je nu theologie studeert of schoffelt in het plantsoen, of je nu eet of drinkt, doe alles tot eer van God. (1 Korinthe 10:31 / Kolossenzen 3:17 en 23) 

‘Ik schilder voor de Heere.’ Dát is de wereld op z’n kop en een wereld van verschil.

Meer toerusting