20 juni 2015

Het zogenaamde homohuwelijk – een weeklacht over een ramp

Jezus stierf zodat heteroseksuele en homoseksuele zondaren zalig kunnen worden. Jezus schiep seksualiteit en Hij heeft een duidelijke wil hoe het in heiligheid en vreugde ervaren mag worden. Het is Zijn verlangen dat een man zijn vader en moeder zal verlaten, dat hij zich aan zijn vrouw hechten en dat die twee tot één vlees worden (Marcus 10: 6-9). In deze vereniging vindt seksualiteit zijn door God aangewezen betekenis, in de persoonlijke fysieke eenwording, in de symboliek, in de sensuele jubelstemming en in de vruchtbare voortplanting.

Degenen die Gods weg van seksuele bevrediging hebben verlaten, en overgingen op homoseksuele geslachtsgemeenschap, heteroseksuele buitenechtelijke ontucht of overspel biedt Jezus verbazingwekkende genade. ‘Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.’ (1 Korintiërs 6:11). Maar vandaag is deze verlossing van zondige seksuele handelingen niet omhelst. In plaats daarvan was er massale institutionalisering van de zonde.

In een 5-tegen-4 beslissing heeft het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten van Amerika geoordeeld dat de Staten het homohuwelijk niet kunnen verbieden. De Bijbel zwijgt niet over dergelijke besluiten. Naast de duidelijkste uitleg van de zonde van homoseksuele geslachtsgemeenschap (Romeinen 1: 24-27) staat er de aanklacht tegen de goedkeuring en institutionalisering van die zonde. Hoewel mensen intuïtief weten dat homoseksuele handelingen (evenals roddel, laster, brutaliteit, hoogmoed, roem, ontrouw, harteloosheid, meedogenloosheid) zonde zijn, “doen ze die niet alleen, maar stemmen ze er ook nog mee in” (Romeinen 1: 29-32). ‘Ik zeg het je zelfs met tranen, dat hun eer in hun schande is’ (Filippenzen 3: 18-19).

Dit is wat het hoogste gerechtshof vandaag in ons land deed — wetend dat deze daden verkeerd zijn “stemden ze in met hen die ze doen.”

Ik heb het gevoel dat we niet beseffen wat voor een ramp er zich voordoet. Wat nieuw is — nieuw voor Amerika en nieuw voor de geschiedenis — is niet homoseksualiteit. Die gebrokenheid is hier geweest sinds we allemaal gebroken zijn in de val van de mens. (Er is een groot verschil tussen de gerichtheid en de handeling van homoseksualiteit — net zoals er een groot verschil zit tussen mijn gerichtheid op trots en de handeling van het opscheppen). Zelfs de viering en de goedkeuring van homoseksuele zonde is niet nieuw. Homoseksueel gedrag is uitgebuit, er is van genoten, het is gevierd in de kunst, al eeuwen lang. Wat nieuw is, is de normalisering en institutionalisering. Dat is de nieuwe ramp.

Mijn belangrijkste reden om dit te schrijven is niet om een politieke tegenaanval te doen. Ik denk niet dat dat de roeping van de kerk is als zodanig. Mijn reden om dit te schrijven is om de kerk het verdriet van deze dagen te laten voelen. En de omvang van de aanval op God en Zijn beeld in de mens. Christenen kunnen duidelijker dan anderen de vloedgolf van pijn aan zien komen. Zonde draagt in zich haar eigen ellende: ‘Mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.’ (Romeinen 1:27). En bovenop deze zelfvernietigende kracht van de zonde komt tenslotte de uiteindelijke toorn van God: ‘Ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen’ (Kolossenzen 3: 5-6).

Christenen, we weten wat er gaat komen, niet alleen omdat we het zien in de Bijbel, maar omdat we de treurige vruchten van onze eigen zonden hebben geproefd. We kunnen niet ontsnappen aan de waarheid dat we zullen oogsten wat we zaaien. Onze huwelijken, onze kinderen, onze kerken, onze instellingen — ze zijn allemaal verstoord vanwege onze zonden.

Het verschil is: We wenen over onze zonden. We vieren de zonde niet. We institutionaliseren de zonde niet. We keren ons tot Jezus om vergeving en hulp. We roepen tot Jezus, ‘Die ons verlost van de toekomende toorn’ (1 Thessalonicenzen 1:10). En tijdens onze beste momenten huilen we voor de wereld en voor ons eigen land. In de dagen van Ezechiël zette God een teken van hoop ‘op de voorhoofden van de mannen die zuchten en kermen over al de gruweldaden die in het midden ervan gedaan worden.’ (Ezechiël 9:4).

Daarom schrijf ik dit. Geen politieke actie maar uit liefde voor de Naam van God en compassie voor de stad van de vernietiging. ‘Beken vol water stromen uit mijn ogen neer, omdat men Uw wet niet in acht neemt.’ (Psalm 119: 136)

Bron: http://www.desiringgod.org/articles/so-called-same-sex-marriage

Meer toerusting