12 december 2019

Zes kenmerken van een gezond en evenwichtig christelijk leven

Mijn echtgenoot en ik werken allebei fulltime en we hebben twee kinderen in de kleuterleeftijd. Mijn baan is creatief en veeleisend; sommigen zeggen dat ik bij de besten in mijn beroepsgroep hoor. Als ik dit zo opschrijf, klinkt het geweldig. In werkelijkheid kan het behoorlijk chaotisch en uitputtend zijn. Soms, wanneer de kinderen ’s avonds naar bed zijn, en ik kan kiezen tussen de was doen of aan mijn website werken, ben ik te moe om ook nog maar iets te doen, behalve naar bed gaan.

Ik vraag me steeds af of ik hiermee moet blijven doorgaan of dat ik van baan moet veranderen (in mijn huidige baan kan ik niet meer doorgroeien), of dat ik parttime moet gaan werken, zodat ik mijn kinderen thuisonderwijs kan geven (wat ik zou geweldig vinden, maar ik weet niet zeker of we dit kunnen financieren). Ik vraag me af wat ik nu eigenlijk wil: hoe ziet voor een moeder een evenwichtig, gezond leven tot Gods eer eruit?

Bijna dertig jaar geleden schreef Mark Dever zijn inmiddels beroemd geworden brief aan een gemeente in Massachusetts die vrijwel dezelfde vraag stelde, maar dan over hun kerk. Tijdens hun zoektocht naar een nieuwe voorganger vroegen ze zich af welke eigenschappen de nieuwe predikant eigenlijk zou moeten hebben.

Dever gaf hen de negen kenmerken van een gezonde kerk, die aan de wieg stonden van een boek, een evangeliebediening en een beweging.

Ik vermoed niet dat het met dit advies helemaal hetzelfde zal verlopen. (Alleen al niet, omdat ik maar zes kenmerken kon bedenken.) Maar ik denk wel dat we een aantal kenmerken kunnen noemen die horen bij een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’.

1. Een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’ zoekt allereerst God

God heeft ons gemaakt. Hij heeft ons verlost. Omdat Hij soeverein is, heeft Hij ons op dit punt in geschiedenis geplaatst, op een bepaalde topografische plek en in een bepaalde relationele context. Hij heeft ons het al ons talent, het onderwijs en al onze mogelijkheden gegeven. En dat heeft Hij niet zomaar lukraak of toevallig gedaan: Hij heeft een bestemming voor ons (Kol.1:16, Pred. 3:1, Rom. 8:28, Ef.2:10).

Dit wetend, zou onze eerste prioriteit moeten zijn dat we Hem dagelijks in gerichte Bijbellezing (Joz. 1:8) en gebed (Ef. 6:18) zoeken. En verder zouden we momenten moeten kiezen (in de auto, wachtend op een carpoolplaats, voor maaltijden) waarop we kunnen oefenen om een kort gebed te bidden of kunnen mediteren over een kort Bijbelvers. (Het helpt me om te bedenken dat deze korte momenten ‘mijn dag aan God vasthechten’.) Zonder Zijn werk in ons hart, zonder de vernieuwing van onze gezindheid (Rom. 12:2) jagen we wind na (Pred. 1:14).

2. Een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’ komt ten goede aan je gezin en intimi

In Zijn goedheid heeft God je een echtgenoot en kinderen geschonken (Ps. 127:3-5). In Zijn goedheid heeft Hij anderen in andere gezinsomstandigheden geplaatst. Maar we zijn allen geroepen om opofferend lief te hebben, op de manier zoals Hij ons liefheeft.

Dat betekent dat we biddend tijd met en aan ons gezin besteden (Ef. 3:14-19). We dragen hun lasten (Gal. 6:2), die net zo alledaags kunnen zijn als het aandoen van een schone luier, de spelling van woordjes doornemen of het langsgaan bij de stomerij. We leren onze kinderen het Woord van God (Deut. 11:19), iets wat kan neerkomen op het opschrijven van Bijbelteksten voor in de auto, het zingen van Bijbelliedjes tijdens het ontbijt of voor het slapen gaan voorlezen uit een kleuterbijbel. We doen het huishouden (Tit. 2:4-5), wat in de praktijk kan betekenen dat we de badkamer schoonmaken, een maaltijd koken of de energierekening betalen. En we oefenen het belijden van zonden aan elkaar en het elkaar vergeven daarvan (Jak. 5:16; Ef. 4:32).

Deze dingen kosten allemaal tijd, maar je schrijft ze doorgaans niet in je agenda. Met als gevolg dat mijn gezin ervoor moet boeten wanneer ik teveel in mijn agenda zet. Het is goed om af en toe eens je ‘dagen te tellen’ om je ervan te verzekeren dat je genoeg tijd en energie besteedt aan de mensen die God jou heeft gegeven.

3. Een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’ brengt dagelijkse inspanning om God en de naaste te dienen met zich mee

Het dagelijks werk is een geschenk van God, dat al voor de zondeval aan Adam is gegeven (Gen. 1:28; Gen. 2:19) en die overeenstemt met Gods eigen arbeidzame natuur (Gen. 1). Van het ontwerpen van een website tot het doen van de afwas en de telefoon beantwoorden ‘ontwikkelt, onderhoudt of herstelt [onze arbeid] het weefsel waaruit de wereld is gemaakt’, om het met de woorden van Tim Keller en Katherine Leary Alsdorf (Goed werk) te zeggen.

Voor ons is dit het meest bevredigend, wanneer we er ons van bewust zijn dat we zo handelen; wanneer we zien hoe onze arbeid God verheerlijkt door schoonheid toe te voegen, of door evenwicht te herstellen, of door het liefhebben van de ander. Voor velen betekent dit niet zozeer het zoeken van ander werk, maar veeleer het zien van mogelijkheden voor dienstbaarheid in ons huidige werk. Denk eens over het volgende: Wie heeft God jou geschonken om te dienen? Hoe kun je dat nog beter doen?

4. Een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’ houdt in dat je actief in een plaatselijke kerkelijke gemeente dienstbaar bent

De brief aan de Hebreeën draagt ons op om de ‘onderlinge bijeenkomst’ niet na te laten, ‘zoals het bij sommigen de gewoonte is’ (Heb. 10:25, HSV). Het aansluiten bij een plaatselijk ‘lichaam van Christus’ is niet alleen een gebod in de Schrift (Heb. 13:17), maar het is ook heilzaam voor onze ziel omdat we de ‘gezonde leer’ horen, geheiligd worden, verantwoordelijkheid leren en gemeenschap ervaren (Tit. 2:1; 1 Tim. 4:16; Matth. 18:15-18).

We weten allemaal dat hoe meer moeite we voor iets doen, hoe meer we er uithalen. Hoe meer aantekeningen je maakt tijdens het lezen van een boek, hoe meer je ervan onthoudt. Hoe meer vragen je tijdens de les stelt, hoe beter je de stof begrijpt en waardeert. Hoe meer tijd je met een vriend of vriendin doorbrengt, hoe hechter jullie onderlinge band wordt.

Datzelfde geldt voor de kerk. Hoe meer tijd je besteedt aan het rentmeesterschap over de gave van het dienen van je geloofsgenoten (door een maaltijd te brengen, eventjes langs te komen, iemand te halen en te brengen, een kaartje te sturen, een financiële gift), hoe meer je investeert in de bruid die Hij liefheeft (1 Pet. 4:10-11; Gal. 6:10; Ef. 5:25-27). Natuurlijk, de kwantiteit van je dienstbaarheid hangt af van je mogelijkheden en omstandigheden. Maar het is belangrijk jezelf af te vragen welke hulp jouw gemeente nodig heeft en wat jij kunt geven.

5. Een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’ houdt in dat je zorgt voor je eigen gezondheid

Onze lichamen behoren twee keer aan God toe: ons lichaam hebben we bij onze geboorte gekregen en ons lichaam is aan het kruishout verlost (1 Kor. 6:19-20). Daarom is goed voor onszelf zorgen een vorm van aanbidding en ootmoed: we erkennen ermee dat we niet baas zijn over onszelf. Hoe hard we ook zwoegen, we presteren gewoon niet goed genoeg, wanneer we niet voldoende voedsel tot ons nemen, niet voldoende bewegen, of niet zeven tot negen uur slaap per nacht krijgen. God zij gedankt voor Zijn bijzondere openbaring (Ex. 34:21) en Zijn algemene die ons Zijn waarheid bekend maken.

De uitdaging is natuurlijk dat we druk zijn met het doen van goede dingen: God en onze naaste dienen, helpen in onze gemeente en ons uiterste best doen op ons werk. Dit kan ervoor zorgen dat naar de sportschool gaan, of het bereiden van een maaltijd die voedzamer is dan die gezellig gekleurde Kellogg’s Fruit Loops op tijdsverspilling kan lijken, of nog een graadje erger, egoïstisch. Maar dat is een kromme manier van redeneren. Voor ons gezin en onze buren en vrienden moeten we gezond, energiek en goed uitgerust zijn. Onszelf voorbij rennen tijdens het dienen van anderen ondermijnt ons vermogen om op een goede manier dienstbaar te zijn.

Hoe meer we ons wat dit betreft aan God overgeven, des te meer gaan we het geschenk zien dat Hij ons in een uitgeslapen geest, of in krachtige benen, of in een opgewekt humeur geeft.

6. Een ‘evenwichtig, gezond leven tot Gods eer’ houdt in dat we regelmatig creatief zijn en onze verbeeldingskracht gebruiken

Een van de manieren waarop we Gods beeld weerspiegelen, zijn de zaken die we scheppen. Dat kan een spandoek voor een verjaardagspartijtje zijn, de indeling van een kledingkast, of een ochtendritueel dat goed werkt. Het zou ook breien, tuinieren, of koken kunnen zijn. Het zou een cursus of conferentie kunnen zijn waarmee je je vaardigheden als professional ontwikkelt, een boek waardoor je even in een andere wereld bent, of een goed gesprek met een vriend of vriendin.

In drukke tijden laten we dit soort zaken als eerste schieten, wat op zich niet verkeerd is. Maar als we onze hersens nooit gebruiken om de wereld om ons heen mooier of geordender te maken, lopen we de vreugde mis om werkelijk onszelf te zijn.

Alleen God krijgt zijn ‘To-Do-lijstje’ helemaal af

Deze kenmerken van een evenwichtig, gezond leven tot Gods eer hebben, net als de kenmerken voor een gezonde kerk, een gidsfunctie. Het is geen checklist, maar het zijn zes vragen die je jezelf moet stellen. We zijn niet alleen beperkt door menselijke zwakheid en zonde, maar ook door de manier waarop God ons heeft geschapen en de omstandigheden die Hij heeft verordineerd. Soms is dienstbaar aan anderen zijn en je verbeeldingskracht gebruiken waarschijnlijk niet erg moeilijk. Op andere momenten heb je wellicht meer tijd voor ongestoorde Bijbelstudie en het zorgdragen voor je gezondheid.

God kent onze beperkingen; Hij heeft ze ons met een bedoeling gegeven. Een van Zijn duidelijkste aanwijzingen is het onderhouden van een sabbat (Ex.20:9-11), de wekelijkse, doelbewuste onderbreking van ons werk (waarbij we sommige dingen laten liggen) om ons eraan te herinneren dat we niet alles kunnen doen.

En om er ons steeds weer aan te herinneren Hem te aanbidden Die alles wél zal voltooien.

Meer toerusting