2 november 2020

Het mysterie van de val van satan

Waarom is er een satan? Waarom bestaat er een wezen wiens naam aanklager betekent? Een ‘duivel’, wat lasteraar betekent, een ‘misleider van de hele wereld’ (Openbaring 12:9), een ‘heerser van deze wereld’ (Johannes 12: 31; 14:30; 16:11), een ‘god van deze eeuw’ (2 Korintiërs 4:4 NKJV), een ‘prins van de macht der lucht’ (Efeziërs 2:2), een ‘Beëlzebul, de aanvoerder der demonen’ (Mattheüs 12:24)? Waar komt hij vandaan? Hoe komt het dat hij ooit heeft gezondigd?

De brieven van Judas en 2 Petrus geven ons aanwijzingen. Judas, vers 6, zegt: ‘De engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld.’ En 2 Petrus 2 vers 4 zegt: ‘God heeft de engelen niet gespaard toen zij zondigden, maar heeft hen in de hel geworpen en overgegeven aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden.’

Dit gaat ofwel over het oorspronkelijke verzet of over een later verzet van engelen van God. Maar in principe kunnen we er van uitgaan dat satan erbij betrokken was. Het lijkt er dus op dat sommige van Gods heilige engelen ‘zondigden’. Of zoals Judas zegt, ‘hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard’. Met andere woorden, de zonde was een soort opstand, een verlangen naar meer macht en meer autoriteit dan ze door God ontvangen hadden.

Satan en de andere gevallen engelen zijn dus oorspronkelijk geschapen als heilige engelen die in opstand komen tegen God. Ze verwerpen Hem als hun alles verzadigende Koning. Ze volgen een koers van zelfbevestiging en veronderstelde zelfbeschikking. Ze willen niet ondergeschikt zijn. Ze willen niet door God gezonden worden om anderen te dienen (Hebreeën 1:14). Ze willen het uiteindelijke gezag over zichzelf hebben. En ze willen zichzelf verheffen boven God.

Meest populaire antwoord

Deze gedachten over de oorsprong van satan geven echter geen antwoord op de vraag waarmee we begonnen zijn: Waarom is er een satan? De vraag wordt eenvoudigweg teruggeschoven naar het allereerste begin. Waarom zondigde een heilige engel? Dit is het meest populaire antwoord van onze moderne tijd:

Alle schepselen van God zijn geschapen als ‘vrije morele wezens’. Als God ze anders had gemaakt, zouden ze slechts machines zijn geweest zonder eigen wil. … Om een ‘vrij moreel wezen’ te zijn, impliceert dat men de kracht van ‘keuze’ heeft. … Zolang satan de ‘wil van God’ koos, was er geen ‘kwaad’ in het universum, maar op het moment dat hij ervoor koos om zijn eigen wil te volgen, dan viel hij, en door anderen te overtuigen hem te volgend introduceerde hij ‘kwaad’ in het heelal. (Clarence Larkin, The Spirit World, 12-14)

Er zijn ten minste twee problemen met dit veronderstelde antwoord: (1) het geeft geen antwoord op de vraag en (2) het veronderstelt dat God niet voldoende invloed kan uitoefenen op een moreel verantwoordelijk wezen om dat wezen veilig te houden in de aanbidding van God – om hem te weerhouden van zondigen.

‘Vrije wil’ filosofie

Ten eerste geeft het geen antwoord op de vraag: Waarom heeft een heilige engel gezondigd? Om te zeggen dat een perfecte engel zondigde omdat hij de macht had om dat te doen is geen antwoord. Waarom zou een volmaakte heilige engel in Gods oneindig mooie aanwezigheid plotseling geneigd zijn om God te haten? ‘Vrije wil’ – dat wil zeggen, ultieme zelfbeschikking – is geen antwoord. Het verklaart niets.

‘Vrije wil’ is een naam die op een mysterie is gezet. Maar het is niet de bijbelse naam. Want de Bijbel leert nooit dat er zoiets bestaat als ultieme menselijke, of ultieme demonische, zelfbeschikking. Dat is een filosofisch idee dat aan de Bijbel wordt opgedrongen, maar niet door de Bijbel wordt onderwezen. Het is zelfs zo dat dit filosofische idee een van de eerste ontwerpen van satan voor de mensheid was – om Adam en Eva ervan te overtuigen dat zij uiteindelijk zelfbeschikkend zouden kunnen zijn, en dat dit goed voor hen zou zijn (Genesis 3:4-5). Beide ideeën waren onjuist. Adam en Eva konden uiteindelijk niet zelfbepalend worden, en het was dodelijk voor hen om het te proberen. Het menselijke ras is sindsdien geruïneerd door deze begrippen.

Lastering van Gods reddende kracht

Ten tweede gaat Larkin’s beroep op de zelfbeschikking van de engelen ervan uit dat God niet voldoende invloed kan uitoefenen op een moreel verantwoordelijk wezen om dat veilig te houden in de aanbidding van God voor altijd. Larkin’s dodelijke fout is om aan te nemen dat de engelen ‘slechts machines zouden zijn geweest zonder een eigen wil’ als God een dergelijke invloed had uitgeoefend.

Ook dit is een filosofische veronderstelling die aan de Bijbel wordt opgedrongen, maar niet door de Bijbel wordt onderwezen. Nog sterker, de Bijbel leert op doordringende wijze juist het tegenovergestelde – dat God voldoende invloed uit kan oefenen op moreel verantwoordelijke wezen (Zijn kinderen!) en dat ook doet, om hen voor altijd veilig te houden in de aanbidding van God.

Bijvoorbeeld wanneer de Bijbel zegt dat God ‘zal maken dat u in Zijn verordeningen wandelt’ (Ezechiël 36:27) en dat Hij ‘in u werkt wat in Zijn ogen welbehaaglijk is’ (Hebreeën 13:21), en dat Hij ‘in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen’ (Filippenzen 2:13), en dat het werk dat Hij in ons begon ‘zal voltooien tot op de dag van Jezus Christus’ (Filippenzen 1:6), en dat Hij ‘u zal bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus’ (1 Korinthe 1:8), en dat hen ‘die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt’ (Romeinen 8:30). Als God dit alles zegt, wil Hij dat we ophouden met het onzinnige gepraat over een dergelijke glorieuze invloed die ons in machines zou veranderen. Dat doet het niet. Het is leven-gevende genade. Het is doeltreffend en houdt ons voor altijd veilig. Om het dan ‘het maken tot machines’ te noemen is lasterlijk.

Als God geen soevereine invloed zou uitoefenen op onze eigenzinnige harten, zouden we allemaal wegvallen.

Prone to wander, Lord, I feel it,
Prone to leave the God I love.
Here’s my heart, oh, take and seal it,
Seal it for Thy courts above.

(Come Thou Fount of Every Blessing)

Gods ‘verzegeling’ (Efeze 1:13) – Zijn beslissende, blijvende invloed – verandert ons niet in machines. Het houdt ons voor altijd veilig in de aanbidding van God. Niemand die gerechtvaardigd is, zal niet worden verheerlijkt (Romeinen 8:30). De hemel zal nooit een opstand onder de heiligen zien. Niet omdat we beter zijn dan de engelen, maar omdat het bloed van Jezus het nieuwe verbond voor Gods uitverkorenen heeft veiliggesteld. In dat verbond zegt God: ‘Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, zodat zij niet van Mij afwijken’. Hij kocht deze belofte voor Zijn kinderen door Zijn bloed. Zij zullen geen verraad plegen. Laten we zo’n soevereine, barmhartige, blijvende invloed loven. God behoedt ons voor het lasteren van Zijn reddende kracht.

Als God geen soevereine invloed zou uitoefenen op onze eigenzinnige harten, zouden we allemaal wegvallen.

Het is onjuist wanneer Larkin aanneemt dat God Zijn heilige engelen niet had kunnen behoeden voor de zonde – veilig in de aanbidding van God. Het is onjuist om aan te nemen dat een dergelijke soevereine invloed engelen of mensen tot robots zou maken. Dat doet het niet.

De fase van verlossing

Wat is dan wel het antwoord op de vraag: Waarom heeft een heilige engel gezondigd?

Het antwoord is dat God een wijs en genadig doel had. Daarom is het gebeurd. Sommige van Gods heilige engelen zondigden omdat hun val een geschiedenis van verlossing in gang zou zetten. Deze verlossing zou de oneindige wijze doelen van God in de schepping vervullen. Alle ‘ondoorgrondelijke … oordelen’ en alle ‘ondoorgrondelijke … wegen’ van God vloeien uit de diepte van Zijn wijsheid (Romeinen 11:33). ‘Hoe groot zijn Uw werken, HEERE, U hebt alles met wijsheid gemaakt’ (Psalm 104:24). Hij is de ‘alleen wijze God’ (Romeinen 16:27). Alles wat van eeuwigheid tot eeuwigheid gebeurt, gebeurt volgens de wijsheid van Degene ‘Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil’ (Efeze 1:11).

En we weten dat het een genadig doel was. Het was immers Gods plan al vóór de schepping van de wereld om genade te tonen aan onwaardige zondaars. De zonde is ontstaan als onderdeel van een plan om genade te tonen aan de zondaars. ‘Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen’ (2 Timotheüs 1:9). Het plan vóór de schepping was dat Christus het Lam zou zijn dat voor de zondaars werd gedood – zondaars wiens namen ‘zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is’ (Openbaring 13:8). Christus’ sterven voor zondaren was het plan voordat enige menselijke zonde plaatsvond.

Twee onaantastbare waarheden

Bemerk welke vraag ik hier niet beantwoord. Ik geef geen antwoord op de vraag: hoe is de eerste zonde in het hart van een heilige engel gekomen? De waarom-vraag heb ik beantwoord door te zeggen dat de eerste zonde gebeurde als onderdeel van Gods wijsheid en doelen en planning. Dat veronderstelt echter dat God in staat was om ervoor te zorgen dat de eerste zonde gebeurde zonder Zelf zondaar te zijn en zonder de eerste zondigende engel tot een machine te maken. Ik weet niet hoe God dat gedaan heeft.

Voor mij is dit een van de grote mysteries van de bijbelse leer die ik niet kan verklaren – hoe God de wil van zondige wezens regeert, maar daarbij Zelf niet zondigt en hun verantwoordelijkheid niet wegneemt. Ik zie dat het waar is, want de Bijbel leert het, maar hoe God dit doet blijft een mysterie.

Eerder hierboven zei ik dat ‘vrije wil’ – ultieme zelfbeschikking – de naam is die sommige mensen aan dit mysterie geven. Daar voegde ik aan toe dat dit niet de bijbelse naam is, omdat de Bijbel nooit leert dat er zoiets bestaat als ultieme zelfbeschikking, behalve in God. De Bijbel geeft het mysterie geen naam. Het leert eerder twee waarheden, steeds weer opnieuw: God bestuurt de harten en gedachten van alle zondige wezens zonder Zelf te zondigen, en deze zondaren zijn werkelijk en rechtvaardig verantwoordelijk voor al hun zonden.

Soeverein boven satan

Ons wordt niet expliciet verteld hoe de val van satan verlopen is. Daarom is het verhelderend om te bestuderen hoe God Zich nu verhoudt tot de wil van satan. Is God machteloos als een satanische ervoor kiest om kwaad te doen? Kan God die wil tegenhouden? Of zou dat de wil alleen maar in een machine veranderen? Het Bijbelse antwoord is dat God het recht en de macht heeft om de satan in bedwang te houden wanneer Hij dat wil. Neem deze voorbeelden in acht.

1. Hoewel satan ‘vorst van deze wereld’ (Johannes 12:31) wordt genoemd, zegt Daniël 4:17, ‘de Allerhoogste is Heerser over het koningschap van mensen, en geeft aan wie Hij wil’. Satans wereldheerschappij is ondergeschikt aan die van God.

2. Hoewel onreine geesten overal bedrieglijke en moorddadige dingen doen, heeft Jezus Christus alle macht over hen. ‘Hij geeft onreine geesten met gezag bevel en zij zijn Hem gehoorzaam’ (Markus 1:27).

3. Satan is een brullende leeuw, die sluipt en iemand zoekt om te verslinden (1 Petrus 5:8). Petrus legt uit dat de kaken van deze leeuw eigenlijk het lijden van vervolging zijn: ‘Bied weerstand aan hem, vast in het geloof, in de wetenschap dat hetzelfde lijden ook aan al uw broeders in de wereld opgelegd wordt’ (1 Petrus 5: 9). Maar dit lijden, zegt Petrus, gebeurt niet buiten de soevereine wil van God om: ‘Want het is beter te lijden – als God dat wil – terwijl u goeddoet dan terwijl u kwaad doet’ (1 Petrus 3:17).

4. Satan is al vanaf het begin een moordenaar (Johannes 8:44). Maar God beslist uiteindelijk wie leeft en wie sterft en ook wanneer: ‘Als de Heere wil en wij leven, dan zullen wij dit of dat doen’ (Jakobus 4:15).

5. Wanneer satan Job wil vernietigen en wil bewijzen dat God zijn schat niet is, moet hij eerst toestemming van God krijgen voordat hij zijn bezittingen (Job 1:12) of zijn lichaam (Job 2:6) aanvalt.

6. Satan is een grote verleider. Hij wil dat we zondigen. Lukas vertelt ons dat satan achter de drie ontkenningen van Petrus zat. ‘Satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe’ (Lukas 22:31). Maar Jezus is soeverein over het werk van deze verleider en de uitkomst ervan. Hij zegt tegen Petrus: ‘Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders’ (Lukas 22:32). Het is geen ‘stel dat dat gebeurt…’, maar ‘wanneer dat gebeurt…’. Christus regeert over alle ontwerpen van satan. Satan wil Petrus laten falen. Jezus wil hem geschikt maken voor leiderschap.

7. Paulus zegt in 2 Korinthe 4:4 dat satan ‘de gedachten van de ongelovigen heeft verblind.’ Twee verzen later verwijdert God echter deze blindheid. ‘Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus’ (2 Korinthe 4:6).

Nu terug naar de vraag over de oorsprong van satans’ zondigheid. Is God hulpeloos ten opzichte van de wil van Zijn eigen engelen? Is er een macht buiten Hemzelf die Zijn heerschappij over hun keuzes en plannen beperkt? Mijn conclusie is dat de Bijbel, van begin tot eind, God toont als heerser over satan en zijn demonen. Hij heeft het recht en de macht om hen te beperken wanneer Hij dat wil.

Het mysterie bewaken

De samenvatting van waar een zondige satan vandaan kwam is dus dit: hij was een heilige engel die op mysterieuze wijze de voorkeur gaf aan zelfverheffing boven God-verheffing. Hij viel in de waan dat ultieme zelfbeschikking mogelijk was voor een eindig schepsel. Dit had voor hem de voorkeur boven onderwerping aan God. Deze val maakte deel uit van Gods allesoverheersende plan. Het heeft Hem niet van Zijn stuk gebracht. Hoe God ervoor zorgde dat dit deel van Zijn plan tot stand kwam zonder Zelf te zondigen en zonder satan in een machine te veranderen, weet ik echter niet.

Dit mysterie proberen te verklaren met de zogenaamde ‘vrije wil’ – oftewel, de ultieme zelfbeschikking – is onbijbels en leeg. Het is onbijbels, omdat het idee dat een van Gods schepselen de ultieme zelfbeschikking heeft nergens in de Bijbel wordt onderwezen. Het is inhoudsloos, omdat het niks verklaart. Simpelweg beweren dat een heilige engel de ‘macht om te kiezen’ had, biedt geen verklaring voor het feit dat een volmaakt heilig wezen in Gods oneindig mooie aanwezigheid plotseling geneigd zou zijn om God te haten.

Van begin tot eind laat de Bijbel zien dat God heerser is over satan en zijn demonen.

We moeten ons hoogstwaarschijnlijk laten leiden door de terughoudendheid van de Bijbel om over de oorsprong van satan te spreken. Hij is al aanwezig op de eerste pagina’s van de Bijbel zonder enige uitleg. Het mysterie van zijn eerste zonde blijft dus onopgelost. We omringen het en bewaken het met de Bijbelse waarheid, zodat onbijbelse en inhoudsloze verklaringen zich niet als een mist over de Schrift verspreiden en de glorie van Gods verlossende doel verduisteren.

Meer toerusting