13 maart 2020

Drie gevaren van een slordig christenleven

Momenteel is er (in Amerika) een theologische trend gaande waarbij er op een positieve manier over het christelijke geestelijk leven gesproken wordt als ‘onzuiver’ of ‘slordig’.[1]

We zijn zondige, gebroken mensen, wordt er geredeneerd. Zelfs nu we verlost en verzoend zijn met God maken we fouten die consequenties voor onszelf en anderen om ons heen hebben. De gebrokenheid, onze imperfectie en de slordige onzuiverheid van het leven is overweldigend, continu aanwezig en laat ons nooit met rust. Er is geen hoop om de zonde voor Jezus’ terugkomst definitief te doden. Het is daarom maar beter om de realiteit te omarmen en elkaar te bemoedigen terwijl we al struikelend door het leven gaan. Het christelijk leven is immers een warrige mix van vallen en opstaan met slechts enkele hoogtepunten?

Zonder twijfel wordt deze omschrijving vaak gebruikt met nobele motieven. We willen ons nederig en solidair met de ander (onze broeders en zusters die hiermee worstelen) opstellen. En toch voelen we aan dat er iets niet klopt als we het zo over christelijke levensheiliging hebben. Ja, het is zeker waar dat we als christenen met zonde, pijn, teleurstellingen, falen en moeilijkheden te maken hebben. Ikzelf worstel daar ook continu mee. In zekere zin klopt het dat onze levensheiliging ‘onzuiver’ en ‘slordig’ is. Dat ervaar ik ook in mijn eigen leven.

In zekere zin klopt het dat onze levensheiliging ‘onzuiver’ en ‘slordig’ is. Dat ervaar ik ook in mijn eigen leven.

Tegelijkertijd besef ik dat Jezus niet is gestorven zodat ik een louter onzuiver, slordig christelijk leven kan leiden. Het is niet Zijn verlangen dat we in dit leven van crisis naar crisis hoppen, gedoemd zijn te mislukken, alleen maar ontmoedigd worden en depressief raken totdat Hij terugkomt. Het evangelie gaat over een vreugdevolle en krachtige transformatie, niet over het toegeeflijk aanvaarden van een slordige, struikelende, falende en zondige levenswandel.

Als we niet oppassen kan het laatste zomaar gebeuren. Het grote probleem is echter dat dit op minstens drie manieren geen recht doet aan hoe de Bijbel over het christelijke leven en levensheiliging spreekt.

1. Het riskeert het normaliseren van zonde

Een van de grootste gevaren van deze ‘onzuivere’ of ‘slordige’ theologie is dat het een toegeeflijke houding ten opzichte van zonde creëert. Als mijn zondige fouten een natuurlijke uitwerking zijn van mijn gebrokenheid, van een gebroken wereld, dan kan dat makkelijk resulteren in een houding waarbij zondigen ‘normaal’ wordt, ja soms zelfs onvermijdelijk lijkt. Maar als we niet oppassen kan een zinsnede als ‘het leven is nu eenmaal onvolmaakt’ snel verzanden in ‘ik zondig, jij zondigt, wij zondigen allemaal’.

Allemaal waar, maar is het de bedoeling dat we hier genoegen mee nemen?

We moeten namelijk niet onverschillig worden over zondig gedrag. We mogen het niet ‘normaal’ laten worden of het onder het tapijt vegen. We moeten ons verre houden van een comfortabel gevoel bij inwendige zonde. We moeten ons ervan afkeren en de aanval ertegen inzetten om het te vernietigen. In Mattheüs 5:27-30 spreekt Jezus zo ernstig over zonde dat we bereid zouden moeten zijn om onze ogen uit ons lichaam te rukken of ledematen af te snijden als dat voorkomt dat we zondigen.

Ook de apostel Paulus spreekt niet over het aanvaarden van ‘ik ben nu eenmaal zondig’ of het zoeken naar een balans tussen zondigen en overwinnen. Nee, hij spreekt consequent over het overwinnen van zonde door de kracht van de Heilige Geest! “Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven” (Rom.8:13).

Paulus spreekt consequent over het overwinnen van zonde door de kracht van de Heilige Geest!

Leven naar het vlees resulteert in de dood, leven door de Heilige Geest betekent oorlog aan de zonde om het doden. Zoals de puritein John Owen het in de klassieke woorden zei: “Dood de zonde, of wordt door de zonde gedood”.

2. Het riskeert dat we de worsteling niet meer aangaan

Zonder dat het onze bedoeling is kan een mindset van ‘het leven is nu eenmaal slordig en soms zelfs chaotisch’ resulteren in het aanvaarden van de status quo waardoor we het gevecht met de zonde minimaliseren. Maar deze mentaliteit neemt te snel genoegen met een toegeeflijkheid richting het accepteren van ons falen terwijl we – door Gods genade – kunnen gaan voor bevrijdende overwinningen. Helaas wordt de westerse kerk gekenmerkt door een meegaande toegeeflijkheid en gemakzucht, een extra stimulans om lui te worden in onze levensheiliging is daarom niet wat nodig is.

Paulus sprak over discipelschap in termen van worstelingen en oorlog. “Trek de ​wapenrusting​ van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de ​duivel. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen” (Ef. 6:11-12). En aan het einde van zijn leven spoorde Paulus Timotheüs aan om vol te houden in zijn geestelijke worsteling: “Lijd verdrukkingen als een goed ​soldaat​ van ​Jezus​ ​Christus” (2 Tim. 2:3).

Christenen mogen geen genoegen nemen met geestelijke stagnatie maar moeten zich uitstrekken om de dagelijkse genade te ontvangen om stap voor stap voorwaarts te gaan in levensheiliging. Door Christus zijn wij geheiligd; onze zondigheid en gebrokenheid definiëren niet langer wie we zijn en hebben zeker niet meer het laatste woord!

3. Het riskeert een afzwakking van het kruis

Misschien heeft het grootste gevaar van een gemakzuchtig christendom wel te maken met de toereikendheid van het kruis. Jezus heeft de prijs voor elke zonde van een gelovige betaald, die van het verleden, heden en de toekomst. Met het doel om ons daarvan vrij te maken zodat we Hem kunnen dienen. Paulus schrijft hier ook over in Romeinen 6:22: “Maar nu, van de ​zonde​ vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot ​heiliging​ leidt, met als einde eeuwig leven.”

Maar als een slordige en onzuivere theologie subtiel een toegeeflijke mentaliteit ten opzichte van zonde stimuleert en de worsteling ertegen minimaliseert dan heeft het kruis, in ieder geval in zijn praktische uitwerking, ons niet vrijgemaakt. Dan zijn we nog steeds slaven van de zonde – misschien niet in onze status maar wel in de praktijk. En het is deze gemakzuchtige levensstijl die het offer van Jezus aan het kruis van zijn kracht berooft om als gelovigen, dagelijks de wereld, het vlees en de duivel te weerstaan.

Jezus heeft Zijn leven niet aan het kruis voor ons gegeven zodat wij een middelmatig en halfslachtig leven kunnen leiden. Hij heeft de macht van de zonde en de dood verslagen en onze levens zouden van die overwinning moeten getuigen door een gestage groei in gelijkvormigheid aan Hem te laten zien. Hij heeft de prijs voor de zonde voor ons gedragen en de macht van de zonde in ons gebroken (Rom. 6:12-14). We zijn nog niet thuis maar we zijn wel onderweg.

Spelen in een modderpoel

Een louter slordig en onzuiver christendom normaliseert zonde, minimaliseert de worsteling en berooft het kruis van zijn kracht tot transformatie. C.S. Lewis schreef in zijn boek ‘The Weight of Glory’ de volgende beroemde woorden:

We zijn halfslachtige schepselen die onze tijd verdoen met drank, seks en ambities terwijl ons eeuwige vreugde wordt aangeboden. We zijn net als een onwetend kind, dat zandkastelen wil blijven bouwen in een modderpoel en zich geen voorstelling kan maken bij het aanbod van een vakantie aan het strand. We zijn veel te gemakkelijk tevreden gesteld.

Het omarmen van een onzuiver en slordige christendom doet enorm tekort aan Gods verlangen voor het christelijk leven. Ja, het leven is soms een chaos en ja, we zijn gebroken mensen die deel uit maken van een gebroken wereld. Maar we zijn niet geroepen om deze gebrokenheid met elkaar toe te juichen door de nadruk te leggen op onze geestelijk verloren veldslagen. We zijn geroepen om moedig de strijd aan te gaan tegen de zonde en het kwaad, in de context van een sterk verbonden gemeenschap, door de bovennatuurlijke kracht van onze opgestane Heere.

Laten we geen genoegen nemen met spelen in een modderpoel terwijl God ons een vakantie aan zee heeft gegeven.

[1] In het origineel: ‘messy’ (letterlijk: vuil/vies of slordig/verward). Dit is in dit verband een lastig te vertalen woord. De volgende woorden geven de bedoeling wellicht het beste weer: onzuiver, troebel, warrig, slordig, morsig, rommelig, chaotisch. Toegepast op het christelijk leven betekent het dat er nog allerlei elementen in ons leven aanwezig zijn die er niet horen; dat geeft een slordig en onzuiver geheel.

Meer toerusting