18 augustus 2021

Hoe de vervolgde kerk mij verandert

Leer Roy kennen. Toen hij 15 was werd hij, samen met een groep studenten, aangevallen door een groep moslims. In plaats van afstand te doen van zijn geloof zei de jonge Indonesiër moedig: ‘Ik ben een soldaat van God … klaar om te sterven voor Christus.’ Het laatste woord dat hij zei was ‘Jezus’.

De negentienjarige Mee was amper twee maanden christen toen een communistische wacht in haar Laotische dorp op haar af kwam, terwijl hij een wapen op haar hoofd richtte en zei: ‘Als jij christen blijft zal ik je nu doden.’ Mee reageerde: ‘Je kunt mijn lichaam doden, maar niet mijn geest.’

De afgelopen jaren is het door nieuwe regels in China verboden geworden voor tieners om naar de kerk te gaan en voor leraren, voorgangers en ouders om godsdienstles te geven aan iemand die jonger is dan 18 jaar. Voor het negeren van deze regels zijn velen gearresteerd en in de gevangenis beland.

Ik ben 19. Ik beschouw mezelf al bijna mijn hele leven als christen. Ik ben nog nooit vervolgd, bedreigd of gevangen gezet om mijn geloof.

En ik kan het niet helpen me af te vragen: als ik Roy, Mee, of een tiener in China was, zou ik Christus dan zo trouw volgen?

Verandering in mijn wandel met God

Door de afgelopen jaren heen ben ik bewust me meer gaan verdiepen in de vervolgde kerk. Lezen over hoe Christus’ volgelingen in Somalië gedood worden door hun families omdat ze zich bekeren van de islam, en over hoe gelovigen in Iran alles riskeren om een Bijbel in hun bezit te kunnen krijgen, heeft mijn ogen geopend voor mijn eigen vaak zelfvoldaan geloof.

Ik zag mijn ongevoeligheid – mijn onwil om tijd met Christus door te brengen, Zijn Woord te lezen en met Zijn volk samen te komen – in sterk contrast met het commitment van de vervolgde gelovigen aan diezelfde dingen. Ik werd me bewust van hoe weinig ik eigenlijk heb gegeven voor Jezus in vergelijking met hoeveel anderen hebben opgeofferd.

Ik begon te begrijpen dat Jezus volgen betekent dat ik me aan Hem vastklamp – wat het me ook kost.

Ik ben dankbaar voor godsdienstvrijheid, maar vrijheid kan ook leiden tot zelfgenoegzaamheid. Ik verlang niet naar vervolging, maar ik verlang er wel naar om wakker geschud te worden uit mijn ongevoeligheid. Ik heb gehoord van christenen in China die bidden om vervolging in Amerika, omdat ze weten dat vervolging je wandel met God verdiept.

Maar al te vaak lijkt in Westerse landen de oproep om Christus te volgen meer op het opsteken van je hand aan het eind van een dienst en minder op het afleggen van je leven. Maar in landen als China, India en Noord-Korea ziet het volgen van Jezus er heel anders uit. Toegeven aan het christendom betekent je leven, je vrijheid of op z’n minst je baan riskeren. Het kan moeilijk zijn om aan één enkele Bijbel te komen. Het kunnen ontmoeten van andere gelovigen is een voorrecht, helemaal als je bekijkt hoe gevaarlijk dat is.

Toen mijn ogen geopend werden voor dit contrast, begon ik te begrijpen dat Jezus volgen betekent dat ik me aan Hem vastklamp – wat het me ook kost.

Verandering in hoe ik de kerk zie

Als naar de kerk gaan zou betekenen dat je je leven riskeert, zou je dan gaan?

In het westen is deze vraag hypothetisch, omdat er meestal weinig tot geen risico is. Maar voor veel van onze broeders en zusters over de hele wereld is het een reële vraag met reële gevolgen.

Wanneer ik mij andere tieners voorstel in China en Iran, die hun leven riskeren om met andere gelovigen samen te komen, ben ik nederig en gebroken vanwege het feit dat tieners in het westen de kerk verlaten. Het is ook shockerend om je te realiseren dat, in een poging om tieners te trekken, veel jeugdgroepen hun belangstelling proberen te wekken met oppervlakkige zaken – pizzafeestjes, weggeefacties, spelletjes en vermaak.

De lichtzinnigheid waarmee ik het samenkomen met andere christenen benaderde staat in schril contrast met wat anderen ervoor moeten riskeren.

Niet alleen hebben de vervolgden mij de plaatselijke kerk meer doen waarderen, het heeft ook mijn perspectief op de wereldwijde kerk verruimd. De kerk is groter dan onze eigen gemeente, denominatie en land. We zijn geestelijk één lichaam met deze enorme familie van Christus’ volgers over de hele wereld. Dit besef inspireert ons om voor de wereldwijde kerk te zorgen met vurig gebed en financiële steun.

Verandering in hoe ik het evangelie waardeer

Je zou verwachten dat door vervolging het christendom zou afnemen en mensen zouden kiezen om zich af te keren van Christus. Maar in veel omgevingen waar vervolging plaatsvindt – sinds de vroege kerk tot nu toe – is het tegenovergestelde werkelijkheid. Iran heeft naar verluidt de snelst groeiende beweging van het christendom, ondanks het feit dat de regering zeer onderdrukkend is, de Bijbel illegaal is, en christenen regelmatig hun baan verliezen vanwege hun toewijding aan Christus. China heeft de laatste dertig jaar ook een explosieve groei van het christendom gekend, en hoewel de regeringsbeperkingen de laatste jaren zijn toegenomen, blijft de kerk vooruitgaan.

Het breekt mijn hart dat tieners op andere plaatsen de kansen wel grijpen om het evangelie te delen, ook al kost het hun hun leven – terwijl ik dat niet deed, omdat ik mij er niet zo fijn bij voelde.

Door over deze vervolgde broeders en zusters te leren, ben ik meer van het evangelie gaan houden en ben ik uitgedaagd in hoe ik het beleef en met anderen deel. Christenen in China en Iran hebben alles opgegeven omwille van het evangelie, omdat ze de kracht ervan hebben ervaren. Zij hebben hun leven op het spel gezet om de oproep van Christus te gehoorzamen: ‘Kom, volg Mij’ en ‘gaat heen en onderwijs alle volken’, en zij vinden het de moeite waard.

Wij die vrijheid van godsdienst genieten, hebben een unieke strijd te voeren tegen de verleiding om comfortabel achterover te leunen en onze opdracht te verzaken, uit angst voor spot of gewoon omdat het ons ongemakkelijk gevoel geeft. Maar het evangelie is de strijd waard. Ik heb vaak geweigerd om over Jezus te praten omdat ik me op dat moment ongemakkelijk voelde. Het breekt mijn hart dat tieners op andere plaatsen de kansen wel grijpen om het evangelie te delen, ook al kost het hun hun leven – terwijl ik dat niet deed, omdat ik mij er niet zo fijn bij voelde.

Verandering hoe ik vandaag leef

Ik stel mijzelf regelmatig de vraag: Als ik in een land zou zijn waar vervolging is, hoe zou ik dan leven? Zou ik sterk blijven? Of zou ik toegeven? Zou ik in staat zijn om Jezus te volgen – wat er ook gebeurt?

Deze vragen stellen – en lezen over andere tieners die deze vragen daadwerkelijk in moeten beantwoorden – heeft mijn leven en geloof op de proef gesteld en maakte dat ik ging nadenken over hoe ik vandaag leef. Leren over en bidden voor de vervolgde kerk heeft me uit mijn eendimensionale christendom geschud en me een breder perspectief gegeven van wat het betekent om Christus te volgen.

Charles de Foucauld, een martelaar uit het begin van de 19e eeuw, schreef eens: ‘Leef vandaag alsof je vanavond zal sterven als een martelaar.’

Mogen we met zulke heilige moed leven. Mogen we niet vanwege comfort opgeven waar anderen voor willen lijden, of in vrijheid opgeven waar anderen voor moeten sterven. Mogen we onthouden dat Jezus volgen iedere prijs waard is; mogen we iedere dag leven voor de glorie van Zijn naam. En mogen we leren hoe we trouw onze broeders en zusters zullen bijstaan door vurig gebed, voortdurende steun en opofferende liefde.

Meer toerusting