Aan de gemeenten in Galatië: Genade zij u en vrede van God de Vader en van onze Heere Jezus Christus, Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld, overeenkomstig de wil van onze God en Vader. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Als je door die liefde gegrepen wordt … als je ineens beseft: ‘Voor mij… dit deed Hij voor míj!’ Als je dat beseft en bij je binnenkomt: ‘Hij hield van míj. Hij gaf zichzelf voor míj.’ Als je zingt: ‘Liefde was het, onuitputtelijk’ en het is niet zomaar iets vaags – nee, het komt bij je binnen. Je hoort het God zeggen: ‘Dit deed Ik voor jou!’
Dat is wat Paulus wist: die liefde zet je in vuur en vlam. Dan wil je alles aan Christus geven. Het is zo overtuigend, het is zo krachtig. Dat is niet zomaar iets. Als je zingt of luistert, en het raakt je – hier, in je hart – Mijn zonde … niet slechts een deel, maar het geheel, is genageld aan ’t kruis, ik draag het niet meer! Als je stil wordt voor God en nadenkt over Christus, en Zijn liefde als golven over je heen komen – dan ga je vervolgens niet met de vrouw van een ander naar bed. Broeders en zusters, dit gebeurt. Je zegt misschien: ‘Nou, dit is nogal grof gezegd.’ Maar dit ís de werkelijkheid!
En dat weet Paulus ook. Daarom zegt hij tegen de Efeziërs: ‘Ik bid op mijn knieën, aan de andere kant van de wereld, dat God jullie kracht zal geven door Zijn Geest. Dat jullie zullen begrijpen hoe groot Zijn liefde is. Bedroef deze Geest niet terwijl ik aan de andere kant van de wereld voor jullie bidt!’ Want het is juist door die Geest dat je Gods liefde echt leert kennen. Dit gaat zoveel verder dan alleen maar lezen: ‘Christus heeft mij liefgehad.’ Nee, als die liefde je echt pakt… als je werkelijk beseft: ‘Voor mij… Hij deed dit voor míj!’
Dan zie je: alles is gedaan. Alles staat klaar. De deur staat open! Hij wil jouw grootste probleem oplossen: je zonde. Hij wil je brengen naar de hemel en je eeuwig leven geven – en dat begint nu al. En jij zegt dan: ‘Nou, nee, dank je. Ik red me wel. Ik ben best tevreden met hoe het nu gaat’? Laat het nooit zo zijn. Kom toch. Bekeer je. Laat je zonde achter je. Alle zonde – alles wat je weet dat niet goed is. ‘Neem goed en bloed ons af …’ En geloof in de Heere Jezus Christus.
‘Heere, ik weet dat ik een zondaar ben. Ik verdien het om verloren te gaan. Ik heb geen enkele reden waarom U mij in de hemel zou moeten binnenlaten. Maar ik geloof dat U gestorven bent voor mensen zoals ik. Ik geloof dat U de prijs voor de zonde hebt betaald. Ik wil erop vertrouwen dat Jezus voor míj is gestorven is – niets meer dan dat! Dat was de fout van de Galaten: Jezus … plus iets erbij. Maar het evangelie is: Jezus alleen.