26 maart 2021

Vaccins, DNA, identiteit en het evangelie van Jezus Christus

Wat hebben al deze begrippen in de titel met elkaar te maken? In de huidige discussies rondom de vaccinatie tegen covid-19 worden in ieder geval de eerste drie begrippen soms met elkaar verbonden, ook door christenen. Niet zelden worden daarbij allerlei misvattingen onbekommerd de wereld in geslingerd via alle media. Het evangelie van Jezus Christus blijft daarbij te vaak buiten beeld. Daarom probeer ik hieronder wat hulp te bieden te midden van alle verwarring.

Een van de soms gehoorde redeneringen loopt kort gezegd als volgt: het vaccin tegen corona (en vooral de mRNA vaccins) veranderen je DNA. Ons DNA bepaalt wie we zijn en als dat verandert zijn we dus ook niet meer wie we waren. Als wij al christen waren, is het de vraag of we dat na deze verandering nog steeds zijn. Staat zo ons behoud niet op het spel? In extreme gevallen wordt zelfs gezegd dat we door ons te laten vaccineren ons uitleveren aan de antichrist en dus verloren zullen gaan. Zelfs al zou je zelf zo niet direct denken, dan kun je door deze redenering toch behoorlijk van je stuk worden gebracht. Stel dat dit waar is? Zo’n risico wil je toch niet lopen? Dit geeft bij veel mensen onzekerheid, onrust, spanning en angst.

De sociale media doen nog een extra duit in het zakje. Als je naar iets zoekt, geven deze media je veel meer van hetzelfde. Dat geldt ook voor misvattingen. Je krijgt dan de indruk dat ze toch wel waar moeten zijn als zoveel mensen dit geloven. Het is belangrijk dat we niet door allerlei wind van leer meegesleurd worden. En die wind via de sociale media is best krachtig …

mRNA vaccins

De discussie die nu is ontstaan heeft vooral te maken met een nieuw type vaccin dat is gebaseerd op de mRNA techniek. Dit is een nog vrij nieuwe techniek die mogelijk is geworden dankzij een beter begrip van ons hele natuurlijke systeem. Deze mRNA techniek wordt voor meerdere doelen ontwikkeld. Sinds kort is deze techniek ook gebruikt om een vaccin tegen het coronavirus te ontwikkelen.

Zoals bij alle vaccins gaat het in dit geval ook om het gebruiken van een op zichzelf inactief deel van het virus waarmee ons immuunsysteem wordt geactiveerd. In dit geval is dit een stukje van het eiwit dat het eigenlijke virus omhult (het ‘spike’ eiwit). Dit eiwit kan op zichzelf en los van het virus echter geen covid-19 veroorzaken. Dit eiwit of een stukje daarvan kun je gebruiken om ons immuunsysteem te leren dit te herkennen zodat als het echte virus een keer in ons lichaam komt, ons immuunsysteem het virus aanpakt en opruimt.

Het idee achter het mRNA vaccin is nu dat je een stukje van dit eiwit door onze lichaamscellen laat maken om zo ons immuunsysteem voor dit doel gereed te maken. Hoe kun je er nu voor zorgen dat lichaamscellen een stukje van dit eiwit gaan maken want dit eiwit komt uiteraard niet van nature in ons lichaam voor? Cellen maken zelf allerlei eiwitten en daarvoor is altijd een mRNA molecuul nodig. Een cel heeft natuurlijk geen mRNA molecuul dat zorgt voor het maken van een stukje van dit vreemde eiwit. Je kunt de cel echter toch aanzetten om dit eiwit te gaan maken door de cel een speciaal daarvoor geconstrueerd mRNA te geven. Dit mRNA is heel specifiek en zorgt uitsluitend voor het maken van een stukje van dit ‘spike’ eiwit. Vervolgens wordt ons natuurlijke immuunsysteem actief en gaat de afweer tegen dit eiwit opbouwen. Dat laatste proces volgt de werking van ons natuurlijke immuunsysteem (dat ook actief wordt in het geval van een infectie met het echte virus).

Dit speciale mRNA wordt gemaakt en op een slimme manier verpakt. Het mRNA is namelijk heel kwetsbaar en kan heel gemakkelijk uit elkaar vallen. Het verpakte mRNA wordt in het lichaam gebracht bij de vaccinatie. Dit mRNA kan een cel binnengaan en daar vindt het proces plaats van het maken van een stukje van dit ‘spike’ eiwit.

mRNA vaccins en ons DNA

In de beschrijving van de manier waarop dit mRNA vaccin werkt is ons DNA nog niet ter sprake gekomen. Dat is logisch want in dit hele proces is ons DNA niet betrokken. Ons DNA zit in de kern van onze lichaamscellen. Dat is in feite een soort veilige kluis. Het mRNA van het vaccin komt daar niet binnen. Het mRNA blijft in het algemene deel van de cel en doet daar wat het doen moet. Iedereen die zich enigszins op de hoogte stelt van de werking van een cel en de manier waarop een cel eiwitten maakt, kan weten dat dit zo is. Oftewel, … het mRNA doet dus niets met ons DNA! Het mRNA molecuul wordt afgedankt als het zijn werk heeft gedaan en het is in een aantal dagen uit ons lichaam verdwenen.

Deze mRNA techniek maakt op een creatieve manier gebruik van het bijzondere immuunsysteem waarmee God ons lichaam heeft uitgerust. Op zijn beurt is deze techniek ook weer een gave van God die wetenschappers in staat heeft gesteld op een slimme manier gebruik te maken van ons natuurlijke systeem. Als je ook maar iets begrijpt van dit wondermooie systeem, kom je onder de indruk van Gods grootheid (Psalm 139:14; Romeinen 1:20).

We weten dat dit vaccin dus niets doet met ons DNA. We zouden het artikel hiermee kunnen afsluiten, maar het is goed om de vraag te stellen naar de achtergrond van de zorgen over ons DNA en onze identiteit die sommige mensen kennelijk hebben.

DNA en onze identiteit

Het is fascinerend om te zien hoe allerlei mensen zich nu ineens ontzettend bezorgd maken over hun DNA terwijl zij in allerlei andere situaties daar veel minder of niet aan denken. Laat ik twee voorbeelden noemen:

  • Veel mensen vinden het ontzettend fijn om in de zomer in de zon te kunnen zitten en een bruin kleurtje te krijgen. Zoals we inmiddels weten is een teveel aan UV-straling van de zon schadelijk. Dit kan namelijk huidkanker veroorzaken. De meest ernstige vorm daarvan is een melanoom en daar kun je aan overlijden. Wat doet die UV-straling dan? Die geeft schade aan ons DNA. Gelukkig is dat beperkt tot onze huidcellen, maar er is wel degelijk sprake van DNA schade! Toch liggen de meeste mensen hier niet echt wakker van. We nemen voorzorgsmaatregelen zoals niet teveel in de zon gaan zitten of smeren ons in met een zonwerend middel.
  • Nog een voorbeeld gerelateerd aan kanker en met name de bestrijding van kanker met chemotherapeutische middelen. Er zijn vele soorten chemotherapeutische middelen opgedeeld in verschillende klassen afhankelijk van de manier waarop ze werken. Enkele van deze klassen werken op basis van het beschadigen van het DNA. Het idee daarbij is dat de kankercellen daar meer last van hebben dan onze gezonde cellen en dat de kanker daardoor verdwijnt. Maar gezonde cellen lopen er nog altijd schade van op en dat is een oorzaak van de bijwerkingen van dergelijke middelen. De kern is dat deze middelen schade geven aan het DNA, maar we accepteren dat vanwege een zwaarwegender doel. De reden daarvoor is natuurlijk heel begrijpelijk: soms heb je geen andere methode om de kanker aan te pakken en we willen natuurlijk wel graag genezen.

Zoals hierboven uitgelegd doen de mRNA vaccins niets met ons DNA, maar toch hebben mensen zorgen over het gebruik van dit vaccin. Waar komt die zorg dan vandaan?

Volgens mij is de vraag die voor veel mensen achter al deze zaken zit: verandert mijn identiteit door die vaccinatie? Ik denk dat we de zorgen van mensen op het niveau moeten bekijken waar de diepere, geestelijke vragen van mensen liggen. Als mijn identiteit op een of andere manier verandert, wat betekent dit dan voor mijn relatie met God en voor mijn behoud? Dit alles roept de vraag op naar onze identiteit. Wat is dat? Wie of wat ben ik? Dit zijn vragen waar je boeken over vol zou kunnen schrijven (en dat gebeurt ook). Laat ik er in dit verband een paar opmerkingen over maken:

  • Wij zijn niet ons DNA. Onze identiteit is niet beperkt tot ons DNA. We zijn meer dan ons DNA. Er zijn inmiddels allerlei aanwijzingen dat zelfs onze (materiële) identiteit niet uitsluitend bepaald wordt door ons DNA. Andere aspecten zoals de eiwitten waar ons DNA door omringd is, spelen ook een belangrijke rol. Men noemt dit vakgebied de epigenetica. Maar zelfs dan is nog de vraag of onze identiteit daarmee volledig bepaald is, want:
  • De benadering zoals onder het vorige bolletje genoemd, gaat vaak samen met een materialistisch wereldbeeld: wij zijn niet meer dan alleen de atomen en moleculen waaruit ons lichaam is opgebouwd. Dit is het wereldbeeld van veel (maar gelukkig niet alle) wetenschappers. En bij dit wereldbeeld stellen inmiddels zelfs ook niet-gelovige wetenschappers vragen.
  • Als christenen weten we dat de mens meer is dan alleen een materieel lichaam. De Bijbel spreekt over onze geest of ziel (en hoe je dat moet opvatten is weer een ander en ook ingewikkeld onderwerp waar ik niet op in kan gaan). Onze identiteit is dus veel meer dan de materie van ons lichaam alhoewel dit er helemaal bij hoort.
  • De Bijbel vertelt ons dat een heel wezenlijk aspect van ons mens-zijn is dat we geschapen zijn naar Gods beeld. Door ons afwijzen van God en door onze zonde is dat beeld aangetast, maar niet volledig verdwenen. We hebben nog steeds een besef van God (Romeinen 1:20).
  • Dit beeld van God wordt hersteld door Christus uit genade door het geloof in Hem. Het meest belangrijke van mijn identiteit is dat ik daardoor nu een nieuwe schepping ben. Ik ben nu verbonden met Christus en er is niets dat dit ongedaan kan maken. Daarin ligt het belangrijkste aspect van mijn identiteit.

Dat laatste geeft mij rust en stabiliteit. Juist in een situatie waarin ik als mens met lichaam en ziel dagelijks wordt gebombardeerd met van alles en nog wat. We vergeten vaak dat we dagelijks bestookt worden met allerlei zaken die ons zowel materieel als geestelijk zouden kunnen beïnvloeden. Laat ik wat voorbeelden noemen:

  • We ontvangen kosmische straling met allerlei deeltjes simpelweg omdat de aarde daar aan blootgesteld is. Dit effect is verschillend op verschillende plaatsen op aarde en wordt ook sterker op grotere hoogte zoals in een vliegtuig.
  • Het licht dat ik opvang kan effect hebben op mijn lichaam (zie het voorbeeld hierboven van UV-straling).
  • We komen in aanraking met allerlei materie en in sommige gevallen dringt die mijn lichaam binnen. Dit omvat heel veel: denk aan de lucht die ik inadem (met alle verontreinigingen), dat wat ik eet en drink (met alles wat daar in zit), alles waarmee ik via mijn huid in aanraking kom of die ik zelf aanraak (allerlei al of niet natuurlijke materialen, planten, insecten, andere dieren enzovoorts).
  • Een specifieke categorie bestaat uit de dingen waardoor ik ziek word (of zelfs kan overlijden): onder andere teveel UV-straling, giftige stoffen, virussen, bacteriën, enzovoorts. Ziekte kan op zichzelf weer dingen doen die onze identiteit raken, denk maar aan dementie of het veranderen van iemands persoonlijkheid als gevolg van een hersenaandoening.
  • Als mensen met een bewustzijn, een verstand en geest hebben we voortdurend te maken met allerlei niet-materiële invloeden: alle gedachten, ideeën, theorieën, opvattingen enz. enz. die ik hoor of lees.

Dit alles kan ons lichaam en onze geest beïnvloeden. Als we niet meer zouden weten dan dit, zouden we gigantisch veel redenen hebben om ons zorgen te maken over wat dit met onze identiteit doet. Wat is nu de remedie tegen deze dingen? Hoe worden we beschermd, of hoe kunnen we ons tegen al deze zaken beschermen?

We weten inmiddels dat ons lichaam door God is uitgerust met allerlei herstelmechanismen. We herstellen niet alleen van fysieke verwondingen, maar zelfs schade aan ons DNA kan vaak worden gerepareerd. Ook ons immuunsysteem is zo ontworpen dat het in de loop van ons leven weerstand opbouwt tegen allerlei ziektekiemen. Daar maken we gebruik van in het geval van vaccinatie. Ook kun spreken van psychische of geestelijke weerbaarheid.

In dit alles zijn we nog steeds verantwoordelijk voor wat we met onszelf doen. We moeten en mogen ons beschermen tegen de dingen die onze gezondheid en ons leven bedreigen. Dit betekent uiteraard niet dat God dan niet meer soeverein is. We geloven dat Hij alle dingen in Zijn hand heeft. Zowel onze menselijke verantwoordelijkheid als God soevereiniteit zijn Bijbels en waar en mogen we niet tegen elkaar uitspelen (zie bijvoorbeeld Genesis 50:20, Handelingen 4:27-28).

Dit betekent niet dat als we zelf maar hard genoeg ons best doen we een leven zonder problemen of ziekte kunnen garanderen. We blijven kwetsbare mensen en hebben van onszelf niet het eeuwige leven. Maar het betekent ook niet dat we in dit leven nooit ziek hoeven te worden als we maar voldoende geloof in God zouden hebben zoals het welvaartsevangelie ons wil laten geloven. Dat is eenvoudig weg niet de realiteit en het is ook niet wat God ons in de Bijbel belooft.

De boodschap van God in de Bijbel gaat echter veel verder en dieper en overstijgt ons tijdelijke leven. Daarom hebben wij geen geest van vreesachtigheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid (2 Timotheüs 1:7). Hoe kan dit? Dat brengt ons bij het evangelie.

Het evangelie van Jezus Christus

Hoe kunnen wij werkelijke rust en zekerheid vinden in een wereld vol onzekerheid? Hoe kunnen wij staande blijven terwijl zoveel ‘krachten en machten’ ons beïnvloeden? Dit kan alleen als we aan het doel beantwoorden waarvoor God ons naar Zijn beeld geschapen had. Omdat wij echter God verworpen hebben, zijn we nu zonder Hem en daarom zonder hoop in deze wereld. Daarom staan we schuldig ten opzichte van God en is de vraag hoe we van deze schuld af kunnen komen. Dit probleem kunnen we zelf nooit oplossen. Maar dankzij Gods oneindige liefde en genade is er weer hoop. Dat is het goede nieuws, het evangelie. Dat goede nieuws is alles wat God gedaan heeft in en door Jezus Christus, in en door Zijn leven, sterven en opstanding om mensen met God te verzoenen, en Zijn beeld in ons te herstellen om uiteindelijk een nieuwe mensheid te geven en een nieuwe hemel en aarde. Door Jezus Christus wordt onze relatie met God hersteld als wij door geloof aanvaarden en ontvangen wat Hij heeft volbracht.

Dan zijn we het eigendom van Jezus Christus en dat geeft hoop en zekerheid voor ons tijdelijk en eeuwig leven. Als christenen weten we dat onze relatie met God door Christus volkomen veilig is en door niets en niemand teniet gedaan kan worden. Paulus somt een groot aantal zaken op waarvan we zouden kunnen denken dat die onze relatie met God kunnen schaden (Romeinen 8:35-39). Hij doet dit op basis van de kennis die hij toen had. Wij zouden de lijst nu nog kunnen uitbreiden met alle bovengenoemde zaken. Paulus zegt echter dat niets ons kan scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 8:39). En die conclusie blijft staan en blijft ook vandaag nog van kracht omdat het Woord van de Heere tot in eeuwigheid blijft. Zo groot is onze God en op Hem kunnen we bouwen.

Dr. Kees van Kralingen is chemicus en theoloog.

Meer toerusting