2 november 2018

Feitenchecker:
‘Abba’ is geen papa

In preken over Gods vaderschap hebben we het waarschijnlijk vaker dan we kunnen tellen gehoord: de uitleg dat als Jezus Zijn Vader abba noemt dat dit een hele vertrouwelijke, diepe, intieme, kinderlijke term is, die je kunt vertalen als ‘papa’. Jezus gebruikt de term een keer in het Markus-evangelie en Paulus gebruikt het twee keer in de Romeinen- en Galatenbrief.

Intimiteit

En natuurlijk, het doel van de Bijbelleraar of prediker in die uitleg van het woord abba op deze manier is om laten zien dat Jezus een hele intieme relatie met Zijn Vader had, niet stoïcijns of slechts formeel. Het is wat een liefhebbende vader heeft met zijn zoon en de zoon die gerust en veilig leeft in die liefde. Dat is een belangrijke boodschap – en het is waar.

Je kan Johannes 17 – Jezus intieme en gepassioneerde gebed tot Zijn Vader op de avond voor zijn brute en plaatsvervangende dood – niet lezen zonder de tedere intimiteit te zien. Dat zie je ook in Johannes 1:28, waar sommige vertalingen zeggen dat Jezus ‘verbleef in de schoot van de Vader’. Vraag iemand die je goed kent of je naast hem mag zitten, en hij zal vereerd en bij zijn dat je dat doet. Vraag hem of je op zijn schoot mag zitten en je krijgt een andere reactie. We zien deze Vader-Zoon intimiteit bij Jezus’ doop waar de Vader vanuit de Hemel zijn volkomen liefde en trots in zijn Zoon bekendmaakt.

Hoe abba papa werd

Deze intimiteit en liefde tussen de goddelijke Vader en Zijn Zoon is net zo echt als het bestaan van God zelf, want zo is zijn natuur. Maar het is simpelweg niet waar dat Jezus’ gebruik van het woord abba iets betekent dat een klein kind zou gebruiken richting zijn Vader. Het betekent geen ‘papa’.

De oorsprong van deze uitleg wordt over het algemeen herleid tot de bekende Duitse Lutherse Nieuw-Testamenticus Joachim Jeremias, die in zijn 1971-uitgave van Nieuw Testament Theologie uitlegt dat het woord abba “de taal van een klein kind, een kinderlijk woord, gebruikt in alledaagse taal” was en schijnbaar “respectloos, inderdaad ondenkbaar was voor de gevoeligheden van Jezus’ tijdgenoten om God met zo’n vertrouwelijke term aan te spreken” (pag. 67). Hoewel Jeremias het woord ‘pappa’ of ‘pap’ niet gebruikt, was de implicatie sterk en anderen kwamen zo tot deze connectie.

Kritiek op Jeremias

Maar andere Hebreeuwse en Nieuw-Testamentici hebben afstand genomen van deze uitleg. Fribourg’s Georg Schelbert bekritiseerde Jeremias proefschrift in een opstel uit 1981 en later, in 2011, in een boekdikke behandeling getiteld ABBA Vater. Hij bestrijdt Jeremias interpretaties als ‘verkeerd’ en ‘niet onderbouwd’.

Hij gaat verder:

“In de Arameese taal uit de tijd van Jezus is er absoluut geen ander woord [dan abba] beschikbaar als Jezus God als Vader aan wil spreken of aan wil duiden. Deze manier van spreken verliest daarmee zijn bijzondere karakter, dat kan ook niet anders aangezien het de enige manier was om iemand als vader aan te spreken.”

Met de aanduiding van abba kan zowel vader bedoelt worden als ook iemands eigen vader. Schelbert legt uit dat Jeremias ook zelf zijn eerdere visie bijwerkte na de kritiek. Schelbert werd opgevolgd door professor Geza Vermes, een belangrijke wetenschappelijk geluid voor de joodsheid van Jezus. In zijn boek Jesus and the World of Judaism (Fortress, 1983) benoemt Vermes de “onwaarschijnlijkheid en ongerijmdheid van de theorie.” Daarnaast geeft hij aan dat “er geen linguïstische onderbouwing voor lijkt te zijn” (pag. 42). Vermes houdt er, in overeenstemming met Schelbert, aan vast dat abba zowel ‘de vader’ als het meer persoonlijke ‘mijn vader’ betekent.

Abba is geen papa

Deze kritiek werd enkele jaren gevolgd door een opstel in de Journal of Theological Studies door James Barr (Vol. 39, 1988). Zijn artikel ‘Abba Isn’t Daddy’ legt uit:

“Het is terecht om te zeggen dat abba in Jezus’ tijd behoorde tot een vertrouwelijke of alledaagse type taalgebruik, als onderscheiden van formele en ceremoniële taal. Maar het was hoe dan ook geen kinderlijke uitdrukking, vergelijkbaar met pappa: het was een meer gedegen, verantwoorde, volwassen aanspraak van een vader.” (pag. 46).

Ondanks dat hij uitlegt dat in Jezus’ tijd deze aanspraak werd door kinderen van alle leeftijden werd gebruikt, jong en volwassen, werd het vaak gebruikt door kleine kinderen. Barr voegt toe:

“Als de Nieuw-Testamentische schrijvers zich bewust waren van de nuance ‘pappa’ dan hadden ze zich zo gemakkelijk kunnen uitdrukken; maar in feite waren ze zich er duidelijk bewust dat de nuance niet ‘pappa’ maar ‘vader’ is…de semantiek van abba zelf [gebaseerd of divers bewijst] ondersteunen allemaal meer de nuance van vader dan ‘papa’” (pag. 38).

Het is belangrijk en waar dat God onze intieme Vader is. Zo veel plaatsen in het Nieuwe Testament maken dit levendig en bemoedigend duidelijk. Het is een van de rijke eigenschappen dat het christendom onderscheidt van alle andere gelovigen en filosofieën.

Maar laten we deze genade tegenover anderen niet illustreren met dingen die niet waar zijn.

Meer toerusting