19 november 2019

Ben jij eerlijk tegenover God?

God vindt vreugde in waarheid in ons binnenste (Psalm 51:8).

Maar ik vind niet altijd vreugde in de waarheid. Dat zou natuurlijk wel moeten, maar eerlijk gezegd is het vaak anders. Soms zie ik de waarheid net zo graag onder ogen als de tandarts. De waarheid kan zomaar (of misschien moet ik zeggen: zal altijd) bederf blootleggen. Bederf moet uitgeboord worden. En wie wil dat nu?

Oké, het zou natuurlijk wijs zijn om dat wel te willen. Maar wijsheid heeft niet altijd de doorslaggevende stem in mijn binnenste. Trots soms wel. En trots is allesbehalve wijs. Wanneer trots aan het woord is, moedigt die me aan om mijn eigen, ik-gerichte belangen boven die van God te stellen. Sterker nog, trots verkiest de bedrieglijke illusie van het bevoordelen, verheerlijken en beschermen van mezelf boven de waarheid van God, die ontmaskert en verootmoedigt, maar uiteindelijk genadig en bevrijdend is. En dat is dwaasheid, want daarmee verkies ik de vernietiging van mijn grootste vreugde bóven het streven naar mijn grootste vreugde.

Wie trots is, verkiest bedrog boven de waarheid en realiseert zich niet dat hij daarmee kiest voor vernietiging.

Oneerlijkheid is dus bijna altijd een vorm van trots. Tenzij we bijvoorbeeld Joden willen verstoppen voor de Gestapo, slachtoffers van mensenhandelaren willen helpen of een kind uit de handen van een misbruiker willen bevrijden, hebben we geen reden om oneerlijk te zijn. Meestal zijn we oneerlijk omdat we de manier waarop anderen de werkelijkheid zien willen beheersen en manipuleren, ten gunste van onze eigen, ik-gerichte belangen.

Wie trots is, verkiest bedrog boven de waarheid en realiseert zich niet dat hij daarmee kiest voor vernietiging. Maar God verlangt naar waarheid in ons binnenste, omdat Hij weet dat Zijn waarheid ons pas echt vrij zal maken (Johannes 8:32).

God houdt van eerlijkheid

God is waarheid (Johannes 14:6), dus Hij houdt van eerlijkheid. Daarom zegt Hij tegen ons, bij monde van David: ‘Gezegend is de man (…) in wiens geest geen bedrog is’ (Psalm 32:2). David wist hoe heerlijk eerlijkheid is én hoe verschrikkelijk oneerlijkheid is. Hij schreef:

‘Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij, mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Sela. Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde.’ (Psalm 32: 3-5).

We kunnen pas echt waarachtig zijn als we onze identiteit, ons doel en onze bestemming in God hebben gevonden.

Toen David oneerlijk was tegenover God en mensen, was dat als een verwoestende ziekte. Toen hij in het reine kwam met God en de mensen, werd zijn ziel genezen en verkwikt.
Zo ziet God ons graag: met een gezonde en verkwikte ziel. Het is Zijn grote barmhartigheid over ons als Zijn hand zwaar op ons drukt vanwege een leven in onoprechtheid. En hoe langer we met Hem leven, hoe strenger Hij voor ons is als Hij van ons vraagt om oprecht voor Zijn aangezicht te leven. Hij wil dat de waarheid op alle terreinen van ons leven regeert, omdat Hij wil dat we een volkomen vrijheid genieten – een vrijheid om Hém steeds beter te leren kennen. En we kunnen God pas echt kennen als we bereid zijn om eerlijk te zijn tegenover Hem.

Eerlijkheid is nog maar het begin

God houdt van eerlijkheid. Maar eerlijkheid is vaak nog maar het begin van een leven in oprechtheid. Want eerlijk zijn betekent nog niet per se dat wat we geloven ook echt waar is. Het betekent alleen nog maar dat we ons spreken en leven in overeenstemming is met wat we geloven – of dat nu in overeenstemming is met de waarheid of niet.

Trots probeert de manier waarop anderen de werkelijkheid zien te beheersen en te manipuleren ten gunste van onze eigen, ik-gerichte belangen.

Eerlijkheid betekent dat je leeft in overeenstemming met je overtuiging. Maar je overtuiging is misschien wel helemaal niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Het kan dat we eerlijk zijn en tegelijkertijd fout zitten.

Het kan in feite een hele opluchting zijn om eindelijk eerlijk te zijn, zelfs als datgene waar we eerlijk over zijn iets verkeerds is. Dat hebben we allemaal weleens ervaren of van nabij meegemaakt. Als iemand lange tijd in het geheim heeft geworsteld met homoseksualiteit en eindelijk uit de kast komt en zijn verlangens helemaal accepteert, voelt dat vaak heerlijk en bevrijdend. Als een belijdend christen in zijn hart niet meer gelooft dat het christendom waar is, kan het een grote opluchting zijn om dat eindelijk toe te geven en te stoppen met doen alsof. En als een echtgenoot in het geheim in overspel leeft, kan het als een bevrijding voelen om dat in de openbaarheid te brengen, zelfs als er geen sprake is van berouw. Deze mensen ervaren allemaal iets van waarachtigheid, zelfs als dat waar ze in geloven in feite niet waar en goed is.

We zijn gemaakt om integer te leven – met een binnenste dat in overeenstemming is met onze buitenkant. Daarom is eerlijkheid pas het begin van het echte werk. God wil dat we eerlijk zijn, zelfs als dat waarin we geloven niet goed is. Je kunt beter eerlijk zijn dan bedrieglijk. Maar dat is niet de eerlijkheid die God uiteindelijk voor ogen staat – om oprecht te geloven in iets wat niet klopt. Dat soort eerlijkheid zal ons geen vrijheid brengen. Het is de waarheid die ons vrij maakt. Gods waarheid. De God Die Zelf de waarheid is.

Eerlijk tegenover God

God verheugt Zich als de waarheid in ons binnenste regeert (Psalm 51:8, naar de Engelse vertaling). En Jezus zei: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij’ (Johannes 14: 6). Niet onze psyche, onze verlangens, ons lichaam en ons verleden die door de zonde aangetast zijn, maar Jezus bepaalt wie we zijn en hoe we moeten leven. Hij is de Waarheid en de Weg. We kunnen pas echt waarachtig zijn als we onze identiteit, ons doel en onze bestemming door Jezus in de Vader hebben gevonden.

Eerlijk zijn tegenover God betekent dat we openlijk toegeven wie we werkelijk zijn en ons leven niet langer laten regeren door angst voor mensen. Maar het is meer. Het betekent ook dat we ons bekeren van de trots die ervoor zorgde dat we, op welke manier dan ook, een leven van bedrog leidden. Het betekent daarnaast dat we al onze oude, zondige, gebrekkige overtuigingen over wat belangrijk, van waarde en voldoende is, voor de troon van onze barmhartige Koning Jezus brengen. En het betekent ook dat we Zijn waarheid omhelzen, hoe moeilijk en pijnlijk die omhelzing in het begin misschien ook voelt.

God wil ons in de weg van deze oprechte overgave de grootst mogelijke vreugde geven: Zichzelf.

God wil ons in de weg van deze oprechte overgave de grootst mogelijke vreugde geven: Zichzelf. Wie wij in ons binnenste zijn en wie we aan de buitenkant zijn wil Hij op één lijn brengen met wie Hij Zelf is. Dat kan alleen als we onze dwaze trots opzijzetten en onszelf vernederen onder Zijn krachtige Hand (1 Petrus 5:6). Hij weet wel hoe en wanneer Hij ons kan verhogen op een manier die ons versteld doet staan en onze vreugde vergroot – onze vreugde in Hem.

Meer toerusting